Hulp bij determinatie:
Stap 1: zangvogel VS geen zangvogel
Klein beestje, klein niet opvallend snaveltje, geen opvallende poten is vrijwel altijd een zangvogel
Dan kun je dus de helft van je vogelboek al wegscheuren.
Dan stap 2: maak inschatting van formaat, doe dit heel grof en met heel bekende soorten als referentie.
Dus: ter grootte van een kauw, ter grootte van een merel, ter grootte van een huismus of ter grootte van een zangertje zoals een tjiftjaf?
Bij deze vogel zal dat beetje tussen huismus en zangertje in zitten. Maar dat betekent dat we alle soorten ter grootte van een kauw en merel ook uit het vogelboek kunnen scheuren!
Stap 3: deze is wat lastiger, maar nu is het handig om vast te stellen of het een zaadeter of een insecteneter is. Kijk daarvoor naar de snavel. Is deze kort en dik en driehoekig (met zijden van gelijke grootte) dan is het vrijwel zeker een zaadeter. Is die smal, priemvormig, lang en dun... Dan insecten eter.
Jouw vogel is dus meer een insecteneter dan een zaadeter.
(Dit betekent dat je de mussen, vrijwel alle vinken en de gorzen uit je boek kunt scheuren. ).
Vanaf nu wordt het uitdagender.
Stap 4: zijn er opvallende kenmerken? Kleur snavel, vleugelstrepen, kleur poten, oogkleur, wenkbrauw streep etc. Soms kun je op basis hiervan direct zien wat het is. Zo niet, dan moet je helaas verder.
Stap 5. Kijk naar lengtes van staart, handpennen, tertials, poten, snavel en vergelijk die lengtes met elkaar en tussen vogels. Dat is soms een rotklusje. Maar bijvoorbeeld piepers en kwikstaarten vallen direct op door hun lange staart, lange tertials en relatief lange poten.
Kijk nog eens naar jouw eigen vogel en probeer bovenstaande stappen eens. (Het is overigens idd een bonte vliegenvanger)