Hoi saampies,
Ik wilde gisteren een samenstelling maken van de poppen in verschillende aanzichten naast elkaar, maar ik heb zelf helaas nog nooit Sospita uit kunnen kweken (nooit larfjes van gevonden).
De "borstels" van de larvenhuid helpen wel, als ze redelijk schoon/ongehavend zijn en scherp in beeld gebracht. Har.qua. heeft de "snackbarvorkjes" die je grofweg vergelijkbaar ook zo van het Aziaatische neefje kent. De drie andere hebben korte tot vrij lange "conus"-vormige borstels zonder gesplitste punt en al dan niet met kleine zijtandjes/haren (senti/strumae). Die verschillen onderling ook duidelijk - van Anatis het langst, op Sospita lager en breder, Cal.qua. er tussenin - maar die verschillen zijn wel subtieler dan het verschil met Harmonia.
Ik doe hier even wat collages bij van slechte kiekjes ter documentatie van kweekprojectjes.
Hieronder een paar dingetjes waar ik naar kijk omdat ze door de bank genomen bruikbaar lijken - dit zijn nadrukkelijk geen keiharde "kenmerken" (daarvoor heb ik er niet genoeg bestudeerd), maar wel erg indicatief. Sospita laat ik even buiten beschouwing, die ken ik niet zelf:
Halsschildtekening De vlekjes aan weerszijden middenin het halsschild zitten er bij Har.qua. bijna altijd (ook bij heel dun getekende poppen al herkenbaar) en zijn gemiddeld genomen net zo groot/dicht/zwart als de vlekken langs de zijranden. Bij de andere soorten zijn ze alleen op heel donkere poppen aangeduid herkenbaar, maar altijd veel kleiner/vager dan de randvlekken. De randvlekken zijn bij Har.qua. meestal meer parallel aan de buitenrand, bij de anderen staan ze er als schuine streepjes tegenaan (totdat ze helemaal dik uitgelopen zijn, dan niet meer zo herkenbaaar).
"Zijvleugeltjes" (epimeren? - geen idee of er in de literatuur een goede term voor is): Bedoeld zijn de door naden afgezette kleine plaatjes dorsolateraal die achter de vleugelkapsels iets zijwaarts uitsteken. Deze dragen bij Ana.oce. en Cal.qua. een extra uitstekende borstel/doorn aan de buitenrand. Bij Har.qua. is de buitenrand glad afgerond. Bij Ana.oce. is het borsteltje aan het derde zijvleugeltje al duidelijk gereduceerd, bij Cal.qua. pas vanaf het vierde.
Zwart vlekje Deze gebruik ik als "extra" hulpje tussen Ana.oce. en Cal.qua., voor de andere heb ik het niet bekeken: Als je de hierboven genoemde "eipimeren" bekijkt en dan het eerste equivalente plaatje neemt dat net binnen de vleugelkapsel ligt ingesloten (en dus niet zijwaarts uitsteekt). Dan draagt dit kleine plaatje bij Ana.oce. (vrijwel?) altijd een duidelijke zwarte vlek, bij Cal.qua. (vrijwel?) nooit.
Er zijn wat meer opvallende verschillen in de vlektekening, maar die zijn bijna allemaal "statistisch", dwz sommige vlekken komen op de ene soort eerder tot ontwikkeling dan bij de andere, maar kunnen er bij beide wel (in een bepaalde vorm) zitten - afhankelijk van de totale kleurontwikkeling van de pop.
Ik beschrijf die liever niet, want dat wordt geklungel.
P.S. Omdat de (oer)oude collage die ik voor Cal.qua. bij de hand had wel erg slecht belicht is doe ik er nog een iets minder oude serie bij van een iets donkerdere Cal.qua.-pop (zonder pijltjes).