Hoi Weia,
Toch gewoon Goudoogje

Witte streep over de rug kunnen helaas een hele hoop soorten hebben, en is binnen de soorten dan ook nog variabel

De beharing op de thorax (foto 4) is vooral handig om te helpen bij het onderscheid tussen
albolineata en
nigricostata - beide hebben veel meer zwart in de vleugeladering (dwarsaders costaalveld helemaal zwart (
nigricostata) of aan de uiteinden zwart (
albolineata), maar
Chrysoperla (costaalveld groen) heeft die zwarte borsteltjes ook vaak - ook nog wel zwaarder aangezet dan dit.
Eén van de beste verschillen (maar helaas soms toch aberratief:
abr1/
abr2) is de ligging van het eerste dwarsadertje tussen radius en media: Bij
Chrysoperla ligt het voorbij de punt van de "intermediaalcel" (de media splitst zich kort en smelt dan weer samen - "Im" in blauwe ader in bijlage), bij andere genera stoot dit adertje ergens middenin Im op de media (zie plaatje
hier voor bijvoorbeeld
Dichochrysa). Mij teveel koppijn om hem op jouw foto's te zoeken, maar op je grotere kun je het denk ik makkelijk vinden. De enige die, qua dit adertje, bij
Chrysoperla in de buurt komt is
Peyerimhoffina - daar ligt het adertje vlak bij de spits van Im, soms net erbuiten, soms net erbinnen, maar nooit zo ver er vanaf.
Verder typisch
Chrysoperla:
- Nagenoeg volledig groene vleugeladering (let op: wel zwarte haartjes en hier en daar een enkel zwart vlekje of kort adertje) - dit hebben in Nederland maar 5 soorten zo (vooral naar alle dwarsadertjes in costaalveld kijken - dat is dus de lange rij dwarsadertjes langs de vleugelvoorrand). De enige andere NL-soorten die een geheel groen constaalveld kunnen hebben zijn Chrysopa abbreviata, Peyerimhoffina gracilis, Nineta vittata en Nineta flava.
- Kop zonder vlektekening bovenop (tussen antennes en op schedeldak) - heeft abbreviata wel.
- De streepjes op wangen en clypeus (hebben de Nineta's niet)
- De bijna volledige rij dwarsadertjes in de vleugelpunt (heeft Peyerimhoffina niet).