Micro's opsturen voor (nadere) determinatie of museum; lees hier meer.

Gestart door Elachista, maart 11, 2011, 00:34:08 AM

Vorige topic - Volgende topic

Elachista

Iedereen,

Op dit forum worden nachtvlinders en micro's op basis van foto's gedetermineerd. Veel vlinders kunnen niet (met zekerheid) vanaf foto op naam gebracht worden. Om die reden worden al sinds langere tijd macro's en micro's voor onderzoek opgestuurd. In het andere geval kan het zijn dat u een zeldzame soort heeft gevonden, waarvan u wilt dat een of enkele exemplaren historisch worden vastgelegd in een collectie onder uw naam. Dit alles is afhankelijk van uw eigen belangen en ethiek. Vlinders doden voor onderzoek c.q. wetenschap, dat is niet voor iedereen weggelegd.

Wilt u uw nachtvlinder met zekerheid laten determineren, bijv. doormiddel van genitaliën onderzoek? Dan kunt u deze opsturen.

Lees voor instructies onderstaande.


Micro's versturen via de post: een handleiding!

       
  • Neem een envelop, niet persé eentje met bubbeltjesplastic. Een normale envelop volstaat al. Noteert u verder alle vindplaats + data van de vlinders die u wilt sturen. Dat kan bijvoorbeeld zo:
    - 14 maart 2010 tuin Arnhem volledig grijze, met gele kop
    - 16 maart 2010 Oldenzaal gevlekte, Caloptilia misschien?
    - 4 april 2010 idem Bladroller met puntige vleugels en oranje tint
  • Als u een dode vlinder heeft dan moet u deze zo snel mogelijk in een bakje doen met laurierkersbladeren. Als een vlinder pas dood is en deze meteen in een bakje met laurier doet, dan is de kans groot dat deze prima kan worden opgezet door de ontvanger.
    Laurierkers bevat chemische stoffen die de vlinder niet doen schimmelen, maar het houdt de vlinder soepel.
  • U kunt nu de verpakking klaarmaken. Het meest simpel en goedkoop (zodat maar 1 postzegel nodig is!), bijvoorbeeld:
    - doosje van TicTac voor de grotere soorten;
    - pennendopjes;
    - kleine dopjes of buisjes aan weerszijden dichtgemaakt met een watje, daarover een stukje plakband;
    - gelatinecapsules (desnoods in kauwgomverpakking in vakjes geordend);
    - kauwgomverpakking waarbij het aluminium is verwijderd, en elk vakje met plastic weer wordt dichtgemaakt en afgeplakt met tape;
    - rietje met weerszijden dichtgepropt met watje of met nietje er in.
  • Kijk of de micro relatief klem ligt. Tijdens het verzenden moet deze niet continue heen en weer rollen: beschadiging. In een rietje of gelatinecapsule is dit vrij overbodig, de micro kan weinig rollen. In andere gevallen kunt u een watje of stukje toiletpapier naast de micro leggen.
  • Voeg een klein stukje laurierblad toe. Een klein stookje kan voldoende zijn. De gassen zorgen er voor dat de vlinder tijdens het vervoer niet opdroogt. Omdat de vlinder dus soepel blijft breken voelsprieten en poten niet af - en kan de vlinder eenmaal aangekomen keurig opgezet worden.
  • Maak het object waar de vlinder in zit (zie 2) dicht; maar pas op: zorg er voor dat de vlinder niet in contact komt met lijm- of plakband.
  • Om te voorkomen dat bijv. een rietje platgedrukt wordt tussen een stapel post van TNT: u kunt het object altijd nog even in een lucifersdoosje doen zodat het stevig en veilig aankomt.
  • Voeg verdere documentatie (vindplaats+datum van de beestjes) toe aan uw verpakking.
  • Noteer de afzender op de envelop, postcode + huisnummer.
  • Mail na ca. 3-4 dagen of de post is aangekomen.
Wat gebeurt er met materiaal, dat werd opgestuurd voor determinatie?

In principe wordt al het materiaal wat van waarde is geprepareerd (opgezet) en keurig bewaard. Het is namelijk zonde om materiaal, wat enigszins niet-algemeen is, zomaar in de prullenbak te deponeren. Na determinatie ontvangt u een antwoord. Dat kan 1 week duren, maar afhankelijk van andere factoren kunnen er ook maanden overheen gaan bij de meest specialistische soorten.
Sommige soorten worden naar de daarvoor bestemde specialist gestuurd. In het andere geval moeten preparaten gemaakt worden van het geslachtsorgaan, en dat kan maanden duren. Bij een 'gewone' determinatie op basis van het uiterlijk gaat er normaliter niet veel tijd verloren.

Wat gebeurt er met materiaal, gezonden als bijdrage voor musea?

Materiaal voor musea bestaat hoofdzakelijk uit speciale vlinders, vraatsporen, larvenhuidjes, pophulzen en zakjes of kokers. Hoe gaver het materiaal, des te mooier is het om zoiets op te slaan voor de toekomst. In principe komt alles eerst in een kleine particuliere collectie van Microlepidoptera.nl, u doneert materiaal maar het wordt niet geclaimd als bezit van deze collectie, eveneens volledig non-profit. Bovendien kunt u, zonder veel toeters en bellen, soorten hier bekijken of fotograferen. Speciaal voor de beginners die niet direct in de landelijke grote musea mogen of kunnen, ter bevordering voor de studie aan micro's. Indien u wenst kan materiaal altijd nog naar een landelijke collectie overgeplaatst worden.

Alle bijzondere materiaal wordt na ontvangst op speld gezet, zo nodig opgezet. Als u na het doden gebruikt maakte van laurier, of het exemplaar levend stuurde in een iets ruimere verpakking, dan is het eindresultaat vaak gelikt.

Enkele voorbeelden:
http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=120338.msg800375.html#msg800375
http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=79786.msg563582.html#msg563582

Doden van micro's, voor zij die het kunnen

Hoewel u het beste micro's levend kunt verzenden, kunt u ze ook zelf doden. Voor veel mensen een heibel punt die door Waarneming.nl verder ook niet wordt gepromoot. Echter, voor wetenschappelijke doeleinden is het veelal een ander verhaal.
De meeste soorten gaan vrij spoedig al dood, aangezien ze in de natuur al de meeste eitjes hebben gelegd (wijfjes). Als u eitjes heeft, voeg deze bij. Een kweek is waardevol!
Rupsenproject: http://www.microlepidoptera.nl/library/microleplarvae.php
Werk niet met chemicaliën, tenzij u hier vaardig mee bent, het meest "humaan" is het diepvriezen van micro's. Als u ze er uit haalt, laat ze rustig ontdooien. Schudden met het bakje doet de bevroren (harde!) voelsprieten afbreken.

Wat is het belang van opsturen/opslaan in museum?
   
De meeste determinaties gaan op basis van foto. Dat is tegenwoordig al zo'n 70%. Van de specialistische soorten weten we steeds minder. Daarom is nader onderzoek zeer belangrijk.
Tegenwoordig wordt er weinig meer verzameld. Echt iets voor de oude generatie, logisch dus, dat in de landelijke musea de meeste exemplaren vóór 1990 zijn verzameld. Beesten verkleuren, beesten zijn antiek: er komt nooit weer wat bij. Bovendien! veel oud materiaal ziet er lelijk uit. Een fris keurig opgezet beest kan helpen bij toekomstige veldgidsen, u kent ze wel. Het is fijn dat als er een nieuwe Nederlandse soort is die niet in de Nederlandse collecties voorkomt: dat er dan toch nog een exemplaar op speld is. Als is het er maar één.

Waar stuur ik het naar toe en wie helpt mij verder?
 
Als u iets wilt verzenden, vertel eerst wat het doel is van uw zending. Voor adres en hulp kunt u mailen naar:
Avondrood en/of info-at-microlepidoptera.nl
(u kunt ook hier kijken: http://www.microlepidoptera.nl/library/collectie.php)
Groet,
Tymo