Hoe doodt een roofvlieg z'n prooi ?

Gestart door Teun, augustus 27, 2006, 19:36:27 PM

Vorige topic - Volgende topic

Teun

Op een veldje bij Heerenveen zag ik een roofvlieg met prooi vliegen. Toen hij ging zitten, zag ik, dat de prooi een goudoogdaas was. Beide insecten vlogen; alleen hield de roofvlieg z'n prooi stevig vast.
Vraag: Steekt een roofvlieg z'n prooi herhaaldelijk tot de dood erop volgt, of spuit hij via het steken vergif in de prooi?

han.endt


Mark van Veen

#2
Ze steken met hun verharde monddelen in het borststuk van de prooi en spuiten dan spijsverteringssappen in. Daardoor verteert het binnenste, te beginnen bij het borststuk. De prooi sterft omdat alle vitale organen worden aangetast en het hart stopt. Die vertering leidt er ook toe dat het binnenste 'soep' wordt en dat is weer goed op te zuigen. Een roofvlieg kan immers niet kauwen. De soort is overigens M. atricapillus, op de schenen ontbreken de scherp afgetekende dwarsbandjes. De daas kan als Chrysops relictus, gewone goudoogdaas, in de boeken.
groet,

Mark van Veen

han.endt

#3
Ik zie toch vaag iets van een dwarbandje. Ik dorst hier niet op af te gaan, maar ik zag ook het rode vlekje op de top van dij twee, vandaar.......

Mark van Veen

Atricapillus heeft een donkere streep over de scheenzijde lopen. Die zie je op deze foto ook. De duidelijk afstekende dwarsbandjes mis ik echter. Ook is de voorzijde van de dij geheel zwart (ik zie het rode vlekje op de achterdij, maar dat loopt niet door).
groet,

Mark van Veen

han.endt

#5
Oké, bedankt.

Teun

CiteerZe steken met hun verharde monddelen in het borststuk van de prooi en spuiten dan spijsverteringssappen in. Daardoor verteert het binnenste, te beginnen bij het borststuk. De prooi sterft omdat alle vitale organen worden aangetast en het hart stopt. Die vertering leidt er ook toe dat het binnenste 'soep' wordt en dat is weer goed op te zuigen. Een roofvlieg kan immers niet kauwen. De soort is overigens M. atricapillus, op de schenen ontbreken de scherp afgetekende dwarsbandjes. De daas kan als Chrysops relictus, gewone goudoogdaas, in de boeken.
Hartelijk bedankt voor de duidelijke uitleg en de deskundige manier van determineren van de roofvlieg. Ik merk wel, dat het lang niet gemakkelijk is om zo'n beest te benoemen. Ik ben blij nu te weten waar ik bij deze roofvlieg op moet letten wat betreft de kenmerken.
Met vgr Teun