Xenolachne longicornis

Gestart door Marian en Bert, maart 14, 2009, 19:22:26 PM

Vorige topic - Volgende topic

Marian en Bert

M'n speurtocht naar vers materiaal van de Claussenomyces bleek niet vergeefs. Ook op berk, groeide daar wittige bolletjes met ongeveer dezelfde afmetingen. Naar mijn idee ook een asco en al waren de vruchtlichaampjes wat anders van vorm, voor de zekerheid meegenomen.

Als je dan, door de mic., asci denkt te gaan zien en daarvoor in de plaats Tremellae basidiën ziet, is dat wel een rare gewaarwording. Het materiaal zat er vol mee. Mooie basidiën met twee hele lange sterigmen. Wanneer je door de stereomicroscoop over het opp. van een vruchtlichaampje kijkt, lijkt het helemaal behaard te zijn. Het zijn de sterigmen die ver boven het opp. uitsteken. Deze Tremellae is Xenolachne longicornis die parisiteert op het vruchtlichaam van een ascomyceet.

Xenolachne longicornis (geen Nederlandse naam). Mijn gegevens.
Sporen: 8,4 – 13,4 x 2,4 – 3,2 mu; doorzichtig met wat granulatie. E&E omschrijft de vorm als "obclavatefusuoid" (als je wilt weten hoe dat er uit ziet, zie foto).
Basdiën: met basale gesp; ± 10 mu hoog; 2 sterigmen tot wel 60 mu.
Hyfen: met gesp; dunwandig tot 3,8 mu. Er waren ook bredere hyfen veelal dikwandig, tot 6,4 mu, te zien met vrij brede septen maar zonder gespen. Over de laatste hyfen staat in de literatuur die ik heb niets vermeld. De sterigmen vertakken aan de uiteinden soms. Daar staat ook niets over vermeld. In Nordic macromycetes 3 wordt de soort ook uitgesleuteld.

Tot zover deze bijzondere Tremellacea.

De vraag die er op volgt  is "Wie speelt er hier voor gastheer"?
Door de aanwezigheid van de parasiet zijn er geen asci of sporen te zien. Volgens E&E komt X. longicornis voor op vruchtlichamen van Cudoniella clavus, Waterknoopje, Discinella margarita, Parelgrijsgrondschijfje en Hymenoscyphus vernus, Vroeg vlieskelkje. In de Gele bijbel wordt bij Vroeg vlieskelkje gemeld dat hierop X. longicornis kan parasiteren. Parelgrijsgrondschijfje valt af, die groeit op de grond. Maar dan ......... Waterknoopje of Vroeg vlieskelkje? en misschien dat er toch nog meer ascomyceten in aanmerking komen?

De vruchtlichaampjes zijn zo'n 4 mm breed en 2,5 mm hoog. Wit naar lichtbruin/roze verkleurend (mogelijk door de aantasting). Ze zijn bolvormig. Groeien wat bloemkoolachtig uit. De meeste hebben een (hele) korte vrij dikke steel die naar boven smaller wordt. De steel is ook wit misschien aan de basis wat donkerder maar de meeste stelen zijn heel slecht ontwikkeld. Ik heb nog mic. foto's gemaakt van wat ik denk dat dat de buitenzijde van de asco is.

Is macroscopisch en/of op grond van het patroon misschien te bepalen om welke soort het gaat? De rode streep op de eerste foto heeft een lengte van 30,4 mu. Die op de tweede 40 mu.

Groeten van Marian

Marian en Bert


Marian en Bert

Basidiën Xenolachne longicornis in kongorood

Marian en Bert

Foto vertakte sterigme

Marian en Bert


Marian en Bert

#5
Hyfen wand asco?
De rode streep heeft een lengte van 30,4 mu.

Marian en Bert

#6
2e foto hyfen wand asco
De rode streep heeft een lengte van 40 mu.

Stip

Bravo Marian,
Heb je net zolang op het ding ingepraat dat hij basidien begon te vormen  :gap:
maar zondergekheid, ik denk dat het hymenoscyphus vernus is geweest, de excipulumstructuur lijkt daar ook het meeste op. Cudoniëlla clavus groeit op takjes die echt in het water liggen.
Groetjes Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl

Ismael

Groeten Ismaël Wind

Nico Dam


Marian en Bert

Bedankt allemaal voor de reacties. Dit was toch ook wel een hele gekke vondst. Een asco met basidiën.
En leuk Stip dat de naam nu bekend is.

Groeten van Marian

bruggeman

CiteerM'n speurtocht naar vers materiaal van de Claussenomyces bleek niet vergeefs. Ook op berk, groeide daar wittige bolletjes met ongeveer dezelfde afmetingen. Naar mijn idee ook een asco en al waren de vruchtlichaampjes wat anders van vorm, voor de zekerheid meegenomen.

Als je dan, door de mic., asci denkt te gaan zien en daarvoor in de plaats Tremellae basidiën ziet, is dat wel een rare gewaarwording. Het materiaal zat er vol mee. Mooie basidiën met twee hele lange sterigmen. Wanneer je door de stereomicroscoop over het opp. van een vruchtlichaampje kijkt, lijkt het helemaal behaard te zijn. Het zijn de sterigmen die ver boven het opp. uitsteken. Deze Tremellae is Xenolachne longicornis die parisiteert op het vruchtlichaam van een ascomyceet.

Xenolachne longicornis (geen Nederlandse naam). Mijn gegevens.
Sporen: 8,4 – 13,4 x 2,4 – 3,2 mu; doorzichtig met wat granulatie. E&E omschrijft de vorm als "obclavatefusuoid" (als je wilt weten hoe dat er uit ziet, zie foto).
Basdiën: met basale gesp; ± 10 mu hoog; 2 sterigmen tot wel 60 mu.
Hyfen: met gesp; dunwandig tot 3,8 mu. Er waren ook bredere hyfen veelal dikwandig, tot 6,4 mu, te zien met vrij brede septen maar zonder gespen. Over de laatste hyfen staat in de literatuur die ik heb niets vermeld. De sterigmen vertakken aan de uiteinden soms. Daar staat ook niets over vermeld.

Tot zover deze bijzondere Tremellacea.

De vraag die er op volgt  is "Wie speelt er hier voor gastheer"?
Door de aanwezigheid van de parasiet zijn er geen asci of sporen te zien. Volgens E&E komt X. longicornis voor op vruchtlichamen van Cudoniella clavus, Waterknoopje, Discinella margarita, Parelgrijsgrondschijfje en Hymenoscyphus vernus, Vroeg vlieskelkje. In de Gele bijbel wordt bij Vroeg vlieskelkje gemeld dat hierop X. longicornis kan parasiteren. Parelgrijsgrondschijfje valt af, die groeit op de grond. Maar dan ......... Waterknoopje of Vroeg vlieskelkje? en misschien dat er toch nog meer ascomyceten in aanmerking komen?

De vruchtlichaampjes zijn zo'n 4 mm breed en 2,5 mm hoog. Wit naar lichtbruin/roze verkleurend (mogelijk door de aantasting). Ze zijn bolvormig. Groeien wat bloemkoolachtig uit. De meeste hebben een (hele) korte vrij dikke steel die naar boven smaller wordt. De steel is ook wit misschien aan de basis wat donkerder maar de meeste stelen zijn heel slecht ontwikkeld. Ik heb nog mic. foto's gemaakt van wat ik denk dat dat de buitenzijde van de asco is.

Is macroscopisch en/of op grond van het patroon misschien te bepalen om welke soort het gaat? De rode streep op de eerste foto heeft een lengte van 30,4 mu. Die op de tweede 40 mu.

Groeten van Marian
Geluksvogel!
groet,
Ida

Marian en Bert

#12
In een bakje had ik nog wat materiaal bewaard omdat het er op leek dat een van de vruchtlichamen aan de indringer was ontsnapt. Zie foto  van het langwerpig geval. Erg groot werd het echter niet.
Vruchtlichaam 15 mm breed, vuil wit, opp. enigszins convex. (vruchtlichaampje bleek bij het doorsnijden aan de binnenzijde uitgehold); steel 9 mm lang, eveneens vuilwit maar aan de basis grijszwart.
De bovenzijde dit keer glad. Het steeldeel was wel behaard. Het hymenium was niet aangetast en bevatte asci, sporen en parafysen. Het steeldeel bleek door het duiveltje in bezit te zijn genomen. Daar waren de basidiën wederom te zien.

Onder de mic. bleek dat de structuur van de buitenwand hetzelfde was als de eerder bekeken exemplaren. De bredere, gesploze hyfen maar wel met brede septen bleken ook in dit materiaal volop aanwezig. Die horen kennelijk bij de asco. Ik ga er vanuit dat alle vruchtlichamen (de bolvormige, nauwelijks gesteelde en deze laatste) dezelfde soort zijn.

Microscopische kenmerken van het langgesteelde exemplaar.
Sporen: kleurloos, glad, met een wat korrelige inhoud, cylindrisch? tot iets gekromd.
Asci: 57,2 – 88 x 5,6 – 6,2 (7,2) mu, inoperculat, top amyloid in een deel van de asci (maar pas na enige tijd).
Parafysen:102 x 2 mu, glad, kleurloos, met ronde top, meerdere keren gesepteerd, aan de basis vaak vertakt.

Is op grond van deze gegevens het nu meer aannemellijk dat het Hymenoscyphus vernus is? Met zowel E&E (de gehele sleutel) als Nordic macromycetes (alleen de deelsleutel van het geslacht) kan ik, zonder bokkesprongen, op H. vernus uitkomen maar er werd naar de oplossing toe gewerkt. In beide sleutels blijft het ontbreken van de gele kleur een struikelblok. Van H. vernus heb ik slechts globale gegevens.

Groeten van Marian

Er volgen nog wat foto's

Marian en Bert

Mic. foto asci en parafysen in Kongorood

Marian en Bert

Sporen in water

Marian en Bert

Ascitoppen in Melzers (sorry Stip, per abuis verkeerd flesje gebruikt)

Marian en Bert

Basidiën en Asci in hetzelfde preparaat

Stip

Hoi Marian,
Wat zijn de sporenmaten?
Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl

Marian en Bert

Vergeten er bij te zetten.

7,2 - 11,2 x 3,6 - 4 mu.


Stip

Ik denk wel dat vernus klopt.
groetjes Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl

Marian en Bert

Bedankt Stip, dan houd ik het op Hymenoscyphus vernus.

Groeten van Marian