Hymenoscyphus calyculus en H. constrictus

Gestart door bruggeman, januari 05, 2009, 21:01:16 PM

Vorige topic - Volgende topic

bruggeman

In het kader van ik wil de meest algemene soorten uit de omgeving graag bijn naam kennen hier een klein gelig ascootje.
Het zit op es in groepjes en de vruchtlichamen zijn ca 2 mm in diameter, min of meer schotelvormig met een onregelmatig rand en soms zwak gesteeld. De binnen De binnen- en buitenkant zijn beide glad en hebben dezelfde kleur. De sporen hebben vaak 2 druppel en zijn vrij groot 13.5-15X4-4.5 μm, hyalien. De asci zijn ca 90X6 μm en kleuren niet met Meltzer. De parahysen zitten vers vol granulae als die verdwenen zijn kun je de septen zien. Ik meen begrepen te hebben dat dit moeilijke soorten zijn, maar misschien helpt het feit dat ze op essen groeien in de winter,
groet,
Ida

bruggeman

groet,
Ida

bruggeman

#2
bundeltje paraphysen
groet,
Ida

Stip

hOI ida,
Het lijkt me geen Mollisia, die zijn vaak bruinig aan de buitenkant van plm. ronde cellen en hebben in de paraphysen grote VBs (Vacuolebodies / Lichtbrekende vacuoles) i.p.v. deze kleine guttules.
Ik denk dat het Bisporella subpallida is.
Groetjes Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl

bruggeman

#4
Ik zou je graag geloven, maar er zijn wel een paar opvallende verschillen:

de sporen en asci zijn aanzienlijk groter.

Sporen niet 6-7 X2.5-3, μm, maar 13.5-15X4-4.5 μm,

en asci niet 65 X5 μm, maar 90X6 μm. Ze kleuren bovendien niet met Meltzer, in elk geval niet blauw.

Hoe stel je vast of iets een granula respectievelijk vacuole is? Deze verdwenen na een tijdje.

Ik zeg maar wat: een andere Bisporella?  
groet,
Ida

bruggeman

#5
Ik denk toch niet dat die het is.
De mijne zitten op Fraxinus, hebben kleinere asci (120 en meer in conscriptum) en de groene druppeltjes in de parafysen zijn steeds in grote getale aanwezig en worden voor die soort niet genoemd.

Ik heb nog wat verder gekeken. Ze zitten met een steel vrij diep in het hout. De onderkant van die steel is bruinig en bestaat uit grote ronde cellen. De buitenkant van het schijf-kommetje bestaat uit cellen die ik niet goed kan beschrijven, nog chaotisch, maar waarschijnlijk kort en ook wat ronde cellen.

Al determinerend loop ik vast op mogelijk een slerotium (ikgeloof het niet) en de aard van de excupulumcellen. (en dan neem ik aan dat hij tot de Leotiaceae behoort)
groet,
Ida

Stip

Hopi Ida,
de optie van Gerrit vind ik wel een goed alternatief, daar kloppen de sporenmaten in ieder geval goed bij ( die had ik niet gechecked).
Dat je die VBs / lichtbrekende vacuoles (druppels) niet in de literatuur terugvind komt omdat ze verdwijnen bij het versterven van de cellen en de meeste taxonomen alleen met herbariummateriaal (dood)werken.
Blijft nog over de korte asci, heb je die gemeten van de rand of uit het midden van de disc? dit kan een aanzienlijk lengteverschil zijn. Maar met deze weersomstandigheden is de kans op afwijkingen ook groot.
De asci zouden ook wel moeten blauwen in MLZ, een truc om dat naar voren te halen is eerst met KOH voor te behandelen en daarna in MLZ te bekijken.
Maar als het goed is is het apicaal apparaat van conscriptus maar heel onopvallend, twee klijne streepjes aan de binnenkant van de ascus die niet helemaal doorlopen naar de top.
here rest my case  :whistle:
Groeten Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl

bruggeman

Dank ja ik heb er nog wat naar zitten kijken en zowel H. conscriptus als H. citrinus loijken me opties, maar ik heb meer materiaal nodig (en dat is nu stijf bevroren) om al alle kenmerken die je zo moeilijk kunt zien te kunnen belijken. Die tip van eerst KOH dat is fijn. Want ik zie absoluut geen kleuring zo. Ik zal dan meteen nog wat meer asci meten.Tot dan heb ik dank zij jullie het gevoel dat we dicht in de buurt zitten. Hiervoor mij hartelijke dank
groet,
Ida

bruggeman

#8
Op  zoek naar de Nederlandse naam van deze soort ontdekte ik dat de correcte Latijnse naam voor deze soort Hymenoscyphus calyculus is en de Nederlandse naam geelhoutvlieskelkje en dat als je met de PDS werkt je makkelijk op het verkeerde spoor gezet kunt worden. Hierin staan namelijk deel II 182 H. calyculus en 183: H. conscriptum


Volgens de GB: PDS 182 = H. serotinus en PDS 183 = F. salicinus
groet,
Ida

Stip

Hoi Ida,
Ik heb eens gekeken naar de nomenclatorische warboel, lasig pakket hoor  :wacko:
Hoe ben je trouwens op H Calyculus gekomen?
Als ik in de GB kijk naar H. salicinus vind ik daar H. calyculus als misvatting.

Groeten Stip
Groeten Stip
www.helotiales.nl