Breeksteeltje p.p. (Conocybe) (G)

Gestart door martinknoester1954@hotmai, februari 08, 2023, 16:34:45 PM

Vorige topic - Volgende topic

martinknoester1954@hotmai


Ik zou graag willen weten welke soort dit is.
Het gaat om deze waarneming: https://waarneming.nl/observation/263199239/.
3 Breeksteeltje p.p. (Conocybe) (G) - Conocybe vruchtlichaam, microscopisch onderzocht
datum: 2023-02-03
locatie: Meijendel - Sparregat (ZH)

foto's:











Substraat : Breeksteeltje op mest paardenvijgen van Konikpaard. Mic. kenmerken. Basidium clavaat met 3 a 4 sterigma. Cystiden flesvormig met smalle hals en abrupt capitaat. 10 gemeten cheilocystiden ; 17-23 x 7.5-10. Caulocystiden gelijk aan de lamellen en alleen op bovenste deel van de steel. Sporen langwerpig, glad en duidelijke kiempore. 10 gemeten sporen bedragen 13-16 x 7-8-(9). Q = 1.8.

a.klos

#1
Het meest voorkomende breeksteeltje op mest is het Donzig breeksteeltje - C.pubescens. Het is ook een soort met lecytiforme cheilo- en caulocystiden, de enige op mijn lijstje breeksteeltjes op mest.
De andere soorten op mijn lijstje (C. brunneidisca = C.lenticulospora, Pholiotina coprophila, C.farinacea, C. fimetaria, C. magnispora, C. Singeriana en  C. Watlingii) hebben geen lecytiforme caulocystiden en/of soms een andere sporenmaat, maar misschien is mijn lijstje niet compleet. De sporenmaat klopt voor het Donzig breeksteeltje, al zijn jou sporen wat aan de smalle kant.
Misschien kun je met deze informatie zelf nog verder onderzoek doen en een keuze maken.

Mvg. Anneke 

PS: Belangrijk om nog te vermelden is dat de kopjes van de caulocystiden bij het Donzig breeksteeltje groter zijn dan die van de cheilocystiden, 3,5-4,5(5,5)mu versus 3-6,5(8,5)mu.

.

Quincy H.

Met de sleutel van Fungi Fimicoli Italici van F. Doveri sleutelt deze collectie inderdaad keurig uit op C. pubescens.