Slijmzwam in banen? of toch een paddenstoel?

Gestart door Michel Langeveld, november 19, 2022, 16:57:31 PM

Vorige topic - Volgende topic

Michel Langeveld

Ik zou graag willen weten welke soort dit is.
Het gaat om deze waarneming: https://waarneming.nl/observation/259726039/.
1 Myxomyceet indet - Myxomycota indet. vruchtlichaam, veldwaarneming
datum: 2022-11-19
locatie: Lisse - Wassergeest (ZH)

foto's:




mcbudd

 vroeg stadIum van Hemitricia serpula?

groet, mcbud

Marian Jagers

Hallo Michel,

Onrijpe vrl. van een slijmzwam. Kun je nog eens gaan kijken?
De suggestie Hemitrichia serpula is zeker fout! Vrijwel zeker gaat het om een Physarum in een nog net niet rijp stadium. Maar ja, het gaat toch echt om zeker weten. Van gokken leer je absoluut niets.
Beter slijmzwam onbekend dan een foute of twijfelachtige naam geven.
Groeten Marian

Michel Langeveld

#3
Hoi Marjan,

Dit is hoe hij er nu uitziet.
Heb hem weer omgezet van Netvormig langdraadwatje (?) naar slijmzwam onbekend.
Hoe kan ik hem het beste vertroetelen?
Nat & koud houden?

Mvg,

Michel

---






Marian Jagers

Hoe je onrijp materiaal moet vertroetelen zul je met vallen en opstaan moeten leren. Ga er vanuit dat ze zo kwetsbaar zijn als kiemplantjes. Juist in de rijpingsfase. Te snel opdrogen doet de vrl. uitdrogen en hard worden. Te warm idem. Te nat dan willen de vrl. niet opdrogen.
In ieder geval moet je er voor zorgen dat tijdens het transport naar huis het materiaal niet bloot gesteld wordt aan wind, aan zon, niet beschadigt raakt etc.
Het beste dus door een stukje substraat waar de vondst op zit met een speld vast te prikken op een stukje schuimrubber of iets dergelijks wat precies in het vakje van je opbergdoos past. E.v. in een boterdoosje of zo met daarin mos en dan voorzichtig met mos afdekken kan ook.
Maar het beste blijft toch terug gaan naar de vindplek als dit kan.

Wat de nieuwe foto's betreft, die laten rijp materiaal zien. De vrl. op de eerste foto lijken me te snel gedroogd. Maar met goed selecteren (er op drukken met een naaldje om te kijken of er zacht sporenpoeder aanwezig is) zullen er vast nog wel bruikbare stukjes tussen zitten voor de determinatie. Zie de onderste foto voor de wijze waarop de vrl. zich openen.

Heb je misschien het boek van Nannenga of een kopie op de pc ervan?
Pluis eens uit wat de verschillen zijn tussen P. bitectum en P. bivalve.

Groeten Marian

Michel Langeveld

#5
Bedankt voor de tips qua vervoer.
Bakjes met piepschuim en naalden heb ik al eerder tijdens een werkweek gezien bij hobbygenoten.
Denk dat ik op korte termijn ook zoiets moet maken.

Ook dank voor het in goede richting wijzen voor het determineren van deze slijmzwam.
Sarah Lloyd uit Tasmaniƫ, deskundige en schrijfster van een boek over dit onderwerp:
https://www.nhbs.com/where-the-slime-mould-creeps-book

Heeft (sindskort? - nog niet eerder door mij gezien) informatie over een aantal (ook Nederlandse soorten) online staan:
https://sarahlloydmyxos.files.wordpress.com/2017/01/physarum-bitectum-0893.pdf
https://sarahlloydmyxos.files.wordpress.com/2017/01/physarum-bivalve-0897.pdf

Ik zal kijken of ik a.d.h.v. microscopisch onderzoek kan uit te voeren.
Ik laat van me horen.

M.vr.gr,

Michel

Michel Langeveld

#6
Ik heb inderdaad grote bruine sporen gevonden (foto en meting in water):


11.8 x 11.0
10.9 x 8.1
15.7 x 11.5
12.6 x 11.6
9.3 x 9.2
11.6 x 10.0
12.9 x 11.4
11.9 x 9.9
11.8 x 11.6
11.6 x 10.2
Q-getal 1.15
12.0 x 10.5

Ik zal nog een detail foto maken in KOH.

Michel Langeveld

#7
Hierbij nog een paar foto's:










Michel Langeveld

#8
De sporen zijn bruin, stekelig met hier en daar iets donkerder gekleurd => kenmerk van P. bitectum
De sporen zijn regelmatig groter dan 11 micron => kenmerk van P. bitectum
Ook zie geen bleek gebied aan een kant van de sporen => kenmerk van P. bivalve

Ook zie ik geen citroengele opgedroogde gebieden, zoals deze:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Physarum_bivalve_210957788.jpg

Volgens mij hebben we hier te maken met:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Niervormig_kalkkopje

Marian Jagers

KOH wordt bij slijmzwammen niet gebruikt.
Het beste medium om de structuren in te bekijken is Hoyer's medium (zie inleiding Nannenga) maar dat is heel lastig verkrijgbaar. Het handigste is dan te werken met water (in een flesje of buisje) waaraan een klein beetje afwasmiddels is toegevoegd.
Voorafgaand, als er nog te veel sporen in je preparaat zitten eerst in 70% alcohol leggen waarmee de sporen uit je preparaat geschoten worden.
Sporen meten gaat bij slijmzwammen ook anders dan bij paddenstoelen. De vreemd gevormde sporen of veel te grote sporen worden buiten beschouwing gelaten.

Volgens Nannenga is het onderscheid tussen beide soorten soms lastig (en voor mij zijn je foto's niet goed genoeg om er iets over te zeggen). Wel nog enkele opmerkingen over je conclusie.
Het citroenkleurig opdrogen zoals op de foto is mij onbekend.
Is het niet zo dat volgens Nannenga de sporen van P.bitectum meestal een lichtere plek vertonen?
Groeten Marian

Michel Langeveld

#10
Hoi Marian,

Hartelijk dank voor de tips:
- gebruik van een beetje zeep voor beter zicht (ik heb nog een aantal pippetjes dus kleine hoeveelheden pakken moet lukken)
- Hoyer's medium (nog wel in de VS te koop maar inderdaad in NL niet)
- gebruik van alcohol om sporen te verminderen
- hoe sporen te meten.

Fijn dat je deze tips wilde delen, heel leerzaam allemaal.

Over de sporenornamentatie:

Nanninga 1974 schrijft over inderdaad P. bitectum "meestal met lichtere plek".
Lloyd 2017 schrijft over P. bitectum "with light and dark areas":
https://sarahlloydmyxos.files.wordpress.com/2017/01/physarum-bitectum-0893.pdf

Andere bron en iets anders beschreven dus.

De citroenkleur van P. bivalve had ik uit:
"white with pale lemon at the base"
https://sarahlloydmyxos.files.wordpress.com/2017/01/physarum-bivalve-0897.pdf

Ik wil me best wel richten op de Nederlandse literatuur en kijken of ik hiermee een succesvolle determinatie kan doen.

Ik laat weer binnenkort van me horen.

mvg,

Michel

Marian Jagers

#11
Engelse of Ned. literatuur? Ik denk dat het vooral een kwestie van ervaring is welke literatuur je het beste kunt gebruiken.
Wat de gele zweem betreft. Als iemand een vondst beschrijft en een gele zweem aantreft, is het correct dat hij dit als aanwezig kenmerk noteert. Wordt dit kenmerk vaker vermeld of hoort het specifiek bij deze bepaalde vondst? Daarvoor is het handig om dan meerdere beschrijvingen te bekijken of naar de originele beschrijving te kijken. Het kan namelijk best zo zijn dat de groeiomstandigheden de verkleuring hebben veroorzaakt.

Nannenga is vooral voor beginnende liefhebbers erg prettig omdat de beschrijvingen zo uitgebreid zijn en de begeleidende tekeningen heel precies zijn. Tekeningen laten nu eenmaal meer details zien dan foto's. Daarnaast vormen Engelse beschrijvingen in het begin vaak een struikelblok om te begrijpen wat bedoeld wordt maar Engels is kennelijk voor jou geen probleem. Dat is heel fijn want hoe verder je komt (geldt ook voor paddenstoelen) hoe meer je afhankelijk bent van anderstalige literatuur.
Groeten Marian