Ophiocordyceps entomorrhiza ("Loopkeverdoder")?

Gestart door Grishja van der Veer, juli 01, 2020, 21:58:47 PM

Vorige topic - Volgende topic

Grishja van der Veer

Graag hulp bij het bevestigen van de determinatie. Kent iemand deze soort uit het buitenland? En zijn er in Europa nog andere Ophiocordyceps bekend die niet worden beschreven in "Catalogue des Cordyceps" (zie link).

Na enig zoekwerk heb ik deze soort gedetermineerd als Ophiocordyceps entomorrhiza op basis van de gastheer (larve van loopkever, vml. Carabus spec) en de zeer treffende overeenkomsten met afbeeldingen in de literatuur (zie links bij de waarneming). De soort lijkt macroscopisch goed te onderscheiden van andere Ophiocordyceps.

Ik heb verschillende synonymen ingevoerd (≡ Cordyceps gracilis (Grev.) Durieu & Mont. 1846 (non Petch) ≡ Cordyceps entomorrhiza var. gracilis (Grev.) Cooke 1892 (p.p.) = Cordyceps mawleyi Weskwood 1891 = Sphaeria entomorrhiza Dickson sensu Berk. 1836 = Torrubia entomorrhiza (Dickson) Tul. & C. Tulasne 1861) maar ik kan deze soort niet vinden in de lijst.

Het gaat om deze waarneming: https://waarneming.nl/observation/195308666/.
2 Paddenstoel onbekend - Fungi indet. vruchtlichaam, micr. onderzocht, materiaal aanw.
datum: 2020-06-30
locatie: Wagenborgen - Groot Bronswijk (GR)

foto's:













Het betreft waarschijnlijk Ophiocordyceps entomorrhiza (Dicks.) G.H. Sung, J.M. Sung, Hywel-Jones & Spatafora, 2007. Mocht dit inderdaad een nieuwe soort voor Nederland blijken te zijn dan is de voorgestelde naam: "Loopkeverdoder". Op deels begraven larve van kever, vml. Carabus spec., lengte 22 mm, dikte 3-3.5 mm. Tussen mos op kleigrond in gemengd loofbos met ondergroei van o.a. hazelaar. Vruchtlichaam is via een deels ondergrondse, zwarte, gekronkelde en gedraaide, duidelijk afgeplatte streng, tot 1.5 mm breed, verbonden met de kop van de larve. Het vruchtlichaam is aan de basis eenmalig vertakt en daar tot 2 mm breed. De hoofdsteel - de steel met een ontwikkeld kopje - is taai, min of meer recht, in doorsnede rond en tot 44 mm lang en ~0.8 mm dik. Onderste 2/3e deel is mat zwart gekleurd, evenals de streng. Het bovenste 1/3e deel is meer of minder wit berijpt - met witte aanslag bedekt - op een zeer donkerbruine, iets overlangs gestreepte ondergrond. De andere vertakking is geheel mat zwart en dunner, meer gekronkeld en heeft een knotsvormige verdikking aan de top. Met name rond de vertakking zijn kleine witte scheuten aanwezig. Het kopje, tot 3.3 mm in diameter, is licht grijs gekleurd en heeft een oppervlak opgebouwd uit platte conische heuveltjes met een donker centrum van variabele grootte. De heuveltjes hebben een fijn viltig oppervlak, het centrum is glanzend zwart. Sporen(fragmenten?) zijn langerekt cylindrisch, 7.8-8.9 x 2.5-3.4 um (n=10). Determinatie op basis van "Catalogue des Cordyceps" en foto's op website (zie links).