steilwandgroefbij lijkt mij niet juist

Gestart door fransjee, april 18, 2020, 17:04:22 PM

Vorige topic - Volgende topic

fransjee


fotodeterminatie steilwandgroefbij lijkt mij niet juist gelet op de omgeving waarin ik deze bij aantrof.

Ik zou graag willen weten welke soort dit is.
Het gaat om deze waarneming: https://waarneming.nl/observation/188903076/.
1 Lasioglossum leucozonium-groep - Lasioglossum (Leuchalictus) spec. imago, gezien
datum: 2020-04-17
locatie: Zoetermeer - Seghwaert (ZH)

foto's:



wilde

Ik weet niet zeker welke soort dit is.
Nu zie ik dat in het systeem er een verzamelgroep Lasioglossum-leucozoniumgroep is aangemaakt.
Dan rijst bij me de vraag welke soorten daartoe behoren. Dat staat niet als informatie aangegeven.
De in het veld sterk gelijkende Lasioglossum zonulum zal er dan niet toe behoren, want die heeft zijn eigen verzamelgroep.
Ook daarvan is onduidelijk welke soorten daar bedoeld zijn.
Voor waarnemers wordt het er zo niet gemakkelijker op gemaakt om een invoerkeuze te maken.
Ik begrijp hier niets van. Heb ik iets gemist? Heeft iemand hier nadere informatie over?
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

JohanvantBosch

Ha Albert,
Ik heb ze even opgezocht. Het betreft verschillende namen voor dezelfde groep in waarneming.nl. Zodat je met meerdere zoektermen op dezelfde groep kunt uitkomen. Dus juist bedoelt om het gemakkelijker te maken.
Onder de naam zie je staan 'ook bekend als' met een hele serie namen (ook met en zonder verbindingsstreepje bv).
Het is inderdaad niet beschreven welke soorten daartoe behoren.

https://oudeversie.waarneming.nl/soort/info/187261

wilde

OK, bedankt Johan, maar verschillende groepsnamen voor dezelfde soorten geeft bij mij veel verwarring.
Ik kan mij voorstellen dat de in het veld gelijkende vrouwtjes Lasioglossum leucozonium en zonulum tot 1 groep gerekend worden. Morfologisch is dat echter niet handig, want zonulum heeft net als de kleinere malachurum duidelijke pronotumhoeken (die leucozonium niet zo heeft). Die zou je dan beter bij elkaar kunnen zetten.

De bij van dit item is door Identify genoemd als quadrinotatulum. Ik keek eerst niet goed genoeg, maar de bandjes op het achterlijf zitten duidelijk op de voorrand van de tergieten 2-4. dat lijkt met de rest van het beest toch wel heel erg op quadrinotatulum. Dat de plek van de waarneming deze soort wat onwaarschijnlijk maakt, doet er dan minder toe. Ik heb eerder ook wel soorten gezien die ik op een bepaalde plek niet verwachtte. Ik dacht eerst aan sextragatum, maar die heeft de bandjes aan de achterrand en is het dus niet.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

Menno Reemer

Voor L. quadrinotatulum vind ik de witte bandjes te ver naar opzij doorlopen (bereiken bij L. quadrinotatulum de zijrand van de tergiete niet) en niet van de juiste vorm (te smal en te parallelzijdig). Daarnaast zitten er voor L. quadrinotatulum naar mijn smaak te veel haartjes op het achterlijf (bij L. quadrinotatulum vrijwel kaal) en is de borststukrug te dof.
Of de bandjes aan de voor- of achterrand van de tergieten zitten vind ik lastig te zien. Desondanks heeft dit hele beest (brede kopvorm, scherp afgetekende smalle witte haarbandjes, matglans borststuk etc.) voor mij helemaal de indruk van een franjegroefbij L. sexstrigatum/L. sabulosum.

fransjee

Dank Albert en Menno voor jullie reacties. Hoe kan ik deze waarneming nu het beste wegzetten?

Menno Reemer

Als franjegroefbij onbekend (sexstrigatum/monstrificum).

JohanvantBosch

Citaat van: wilde op april 23, 2020, 14:08:06 PM
OK, bedankt Johan, maar verschillende groepsnamen voor dezelfde soorten geeft bij mij veel verwarring.
Ik kan mij voorstellen dat de in het veld gelijkende vrouwtjes Lasioglossum leucozonium en zonulum tot 1 groep gerekend worden. Morfologisch is dat echter niet handig, want zonulum heeft net als de kleinere malachurum duidelijke pronotumhoeken (die leucozonium niet zo heeft). Die zou je dan beter bij elkaar kunnen zetten.


Ik snap het. Ik ben bang dat de aanpak wat meer gericht is op mensen die een stuk minder kennis en ervaring hebben dan jij. Een paar vragen om te kijken of we het duidelijker kunnen maken in de naamgeving:
- Als je wel voor een leucozonium/zonulum verzamelsoort gaat, welke naam zou jij dan duidelijk vinden?
- Ik snap dat morfologisch handiger zou zijn. Komt het voor dat jij een bij zou willen invoeren op verzamelsoort zonulum/malachurum?
- Gebruikers van waarneming.nl met minder kennis voeren vaak een veldfoto in, waarop niet alles te zien is. Komt het voor dat je op de foto wel de pronotum  hoeken ziet, maar niet de banden op het achterlijf?

fransjee

Ik heb de waarneming aangepast. Nogmaals dank

wilde

Ik ben nog niet overtuigd hoor. Het blijft lastig om details op foto's 100% zeker te kunnen zien.
Ik heb mijn mening gevormd door te kijken naar de achterrand van tergiet 1, die ik op onderstaande foto heb aangegeven.
Daar is een strak randje te zien. Wat daaronder zit is geen rand of beharing, maar wat stuifmeel, dat ook elders op haar lijf ruim aanwezig is.
De beharing achter dat randje, dus aan de caudale kant (richting achterlijfpunt) zit naar mijn mening op tergiet 2 aan de rostrale kant (richting kop).
De volgende tergietranden zijn niet meer scherp genoeg in beeld om te kunnen beoordelen, maar 1 rand lijkt me genoeg.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

Menno Reemer

Daar heb je gelijk in, ik zie ook een bandje aan de voorrand van tergiet 2. Maar dat spreekt L. sexstrigatum niet tegen, zie bijv. het exemplaar op deze (jou wel bekende) foto https://www.wildebijen.nl/lasioglossum_sexstrigatum.html
Het onderscheidende kenmerk van L. sexstrigatum/monstrificum is de aanwezigheid van lichte haarbandjes langs de achterrand van tergiet 2-4. Dat is op deze foto lastiger te zien maar ik geloof toch dat ze daar wel zitten.

wilde

#11
Ik heb van het exemplaar van mijn foto op de site van Huib Koel (Wilde bijen) nog eens naar andere foto's gekeken in de reeks die ik daarvan maakte. Dan blijkt de werkelijkheid inderdaad weerbarstiger te zijn dan ik eerst dacht. Een vrouw L. sexstrigatum heeft op de tergieteindranden merendeels langere witte haren, maar op de basis van de tergieten 2 en volgende zit een randje fijne korte haartjes.
Dat lost het determinatieprobleem van dit item echter niet op. Op de achterrand van T1 (t/m 4) moeten voor sexstrigatum lange haren zitten, het meest aan de zijkanten.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me