Welke bij?

Gestart door VickoNL, augustus 26, 2019, 16:03:37 PM

Vorige topic - Volgende topic

VickoNL

Welke bij is dit?
Na wat speurwerk kwam ik op "de groefbij". Maar ik zou graag wat meer zekerheid en informatie willen hebben voordat ik deze foto op instagram plaats!
Alvast bedankt!

Victor

datum waarneming: 16-08-2019


wilde

Zeg VickoNL, heb je ook een naam? Het is hier de gewoonte om berichten met je (echte) naam te ondertekenen.
Als je een vraag stelt over een soort is het gewenst de datum en plek van de waarneming te noemen.
Zeker geen groefbij, maar een vrouw Osmia of Megachile. Zou de klauwtjes willen zien.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

VickoNL

Citaat van: wilde op augustus 26, 2019, 18:58:35 PM
Zeg VickoNL, heb je ook een naam? Het is hier de gewoonte om berichten met je (echte) naam te ondertekenen.
Als je een vraag stelt over een soort is het gewenst de datum en plek van de waarneming te noemen.
Zeker geen groefbij, maar een vrouw Osmia of Megachile. Zou de klauwtjes willen zien.
Veel dank voor je reactie, Albert!
Ik heb mijn openingsbericht aangepast, de waarnemingsdatum staat er nu bij, evenals een foto van een pootje.
Kan je daar iets mee? Helaas heb ik geen scherpe foto's van de rest van het lijfje.

Mvg,
Victor

wilde

Aan het pootje is te zien dat er een arolium (hechtlapje) tussen de klauwtjes zit. Dat betekent dat het een Osmia is en geen Megachile.
Dan moete je misschien denken aan vrouw Osmia niveata/leaiana. Dat zijn zeldzame soorten. Waar zag je die?
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

Flor Rhebergen

Hoi Albert,

Waarom niet Heriades truncorum?
Groet,
Flor Rhebergen

https://twitter.com/FRhebergen

wilde

#5
Ik heb nog eens wat beter gekeken. De kaakvorm lijkt niet duidelijk van Osmia leaiana/niveata, omdat de binnen-bovenkant iets gekromd is naar binnen. Bij Heriades is die kromming boogvormig en vrij diep ingebocht.
Heriades en Chelostoma hebben inderdaad ook een arolium tussen de klauwen. Daar dus ook naar te kijken.

De rossige beharing op de buitenkant van de kaken en onder de clypeus vond ik vreemd. Dat herkende ik niet als van Heriades.
Het zou bij een vers exemplaar dan anders kunnen zijn. De onderkant clypeus heeft een vorm die afwijkt van wat ik bij de soort in mijn tuin zie. Ook de kaken zien er wat anders uit, bijv. minder duidelijke lijsten langs de randen en kaal, zie bijgaande foto.
Ik heb zeer veel Heriades in mijn tuin en bijenhotels: vele tientallen. Ik zal er volgend jaar nog eens nader naar kijken als er weer verse ongesleten exemplaren zijn.
Ik heb ze nooit erg in detail gefotografeerd, want meestal is dat niet nodig omdat ze een zeer herkenbare vorm van tergiet 1 hebben: het voorste steile deel is glad/ongepuncteerd en aan de bovenzijde van het caudale deel door een ronde richel afgebakend. Dat is het belangrijkste kenmerk van vrouwtjes. Helaas hier niet te zien.
Ik blijf dus wat twijfel houden bij Heriades, maar weet niets beters.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

Flor Rhebergen

Hoi Albert,

Volgens mij had je toch gelijk met Osmia leaiana! De kaakvorm is eigenlijk helemaal niet goed voor Heriades, maar past beter op O. leaiana: sterk driehoekig met 4 'tanden', in plaats van langgerekt met 3 'tanden'. Plus inderdaad die rossige beharing op kaken en clypeus, dat heeft Heriades niet zoals je terecht opmerkt. Tenslotte lijkt ze een typisch bolle Osmia-kop te hebben, hoewel dat een beetje lastig interpreteren is vanuit deze hoek. De vorm van de clypeus sluit Osmia niveata uit.

Grappig determineren zo met die detailfoto's, in het veld zou je Heriades truncorum en Osmia leaiana nooit met elkaar verwisselen.
Groet,
Flor Rhebergen

https://twitter.com/FRhebergen

wilde

#7
Flor, jij noemt de uitbochting (convexe lijn) tussen de bovenste duidelijke tand en de volgende duidelijke tand vermoedelijk dan ook een tand, maar dan een sterk afgevlakte. Scheuchl geeft eigenlijk slechts 3 tanden bij niveata. Leaiana geeft hij niet, maar dat zal ongeveer gelijk zijn.
Bij Heriades truncorum is de ruimte tussen de bovenste tand en de volgende (even grote) tand sterk ingebocht. Dat wordt ook als kenmerk van een vrouw Heriades genoemd.
Bij Osmia niveata en leaiana mist die diepe inbochting volledig, dus die lijn is bijna recht.
Op de foto van dit item zit er toch een lichte hoek in, maar misschien vertekent het wat.

Het belangrijkste verschil tussen niveata en leaiana is de onderrand clypeus met resp. een duidelijke inbochting met 1 tandje in het midden en (leaiana met veel minder inbochting en ook minder 'puntvorming' aan de onder-zijkanten, maar met 2 vrij grote lobben (tanden) in het midden, die naar voren gericht zijn. Dat zie ik niet duidelijk. De onderrand van de clypeus van de bij van dit item lijkt wat verdikt. Daaronder in het midden wat zwart met rossige beharing daarachter (labrum?). Ik zie die duidelijke 2 punten niet goed.

Als het leaiana is zou de clypeus zeer fijn gepuncteerd moeten zijn. Dat lijkt hier wat grover. De onderrand moet dan ongepuncteerd glad zijn.
Het verschil met Heriades truncorum is ook dat Heriades een erg vierkante kop heeft. Ook de boven-voorrand (frons) is recht en hoekig. Dat is op deze ene foto niet te zien. Meer foto's zijn meestal zeer nuttig, bijv. hier de vorm van tergiet 1 om Heriades uit te sluiten.
Groet, Albert de Wilde
https://www.ahw.me

VickoNL

Excuses voor de late reactie!

Dank voor alle reacties.

Meer foto's heb ik helaas niet kunnen nemen, het beestje was alweer gevlogen.
Ik kwam hem/haar tegen in Gouda. Heempad (langs de Bloemendaalseweg)

Mvg
Victor