Kweek: Periclista pilosa (F), witstekelige larve op Zomereik

Gestart door John Bouwmans, maart 30, 2019, 18:35:29 PM

Vorige topic - Volgende topic

John Bouwmans

Op 18 mei 2018 3 larven verzameld op Zomereik. Op 20/5 1e laatste vervelling gehad en dolend, zand bij gedaan en op 21/5 ondergronds verpopt. Andere 2 op 22/5 verpopt.
Op 30-3-2019 imago P. pilosa (F) uitgekomen. In zand nog een andere lege kapotte cocon gevonden, 3e cocon onvindbaar.

Het betreft deze waarneming: http://waarneming.nl/waarneming/view/156814977
Periclista pilosa gezien op 2018-05-18 Amerongen - Amerongse Berg
Foto's:




larve links heeft laatste vervelling gehad en is het "stekeljasje" kwijt.


Op 30 maart 2019 imago (F) uitgekomen








Imago komt wel wat anders over dan op de foto's in NL-soortenregister.
https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=181636&cat=CTAB_MEDIA
Vriendelijke groet,
John Bouwmans

Link Topic-selectie (kweekresultaten, metamorfoses, etcetera). https://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=352513.msg1937618#msg1937618

John Bouwmans

Omdat het uitgekomen imago op het oog wel anders was dan imago's van Periclista albida, maar ik ook weer niet echt hele duidelijke verschillen zag, heb ik het exemplaar opgestuurd naar Ad Mol voor microscopisch onderzoek en determinatie. Het is inderdaad vrouw P. pilosa, maar de verschillen met P. albida zijn klein. Hier onder het commentaar van Ad, waarvoor dank.

"Voor wat betreft Periclista pilosa een wat langere toelichting. Het verschil tussen Periclista albida en P. pilosa is namelijk klein.
Bij levende dieren is het meest opvallende verschil de parelgrijze onderkant van het achterlijf bij P. pilosa (bij vr. iets sterker dan bij man, maar in beide sexen duidelijk). Deze kleur wordt veroorzaakt door een onderhuids pigment, dus geen grijze berijping zoals bij sommige andere insecten die je er zo af kunt vegen. Overigens heeft P. albida ook wel iets van een grijze kleur op de onderzijde van het achterlijf, maar als er al een grijze kleur is dan betreft het uitsluitend de achterranden van de sternieten. Nog opvallender is dat deze grijze kleur vrijwel steeds verdwijnt binnen 24 uur na de dood van het betreffende exemplaar; je vind deze grijze kleur dus niet terug bij collectiemateriaal. P. pilosa is dan net zo gekleurd als P. albida. Afgezien van enkele subtiele verschillen in de kleur van het borststuk en de kop (bij P. pilosa iets bronsachtig, bij P. albida gewoon zwart) is het meest duidelijke verschil gelegen in de kleur en vorm van de clypeus (kop in vooraanzicht bekijken). Bij P. albida is de voorrand van de clypeus sterk ingesneden (tot ongeveer de helft van de hoogte); bij mannetjes is de clypeus vaak helemaal zwart of soms met een klein oranjebruin vlekje aan weerszijden van de insnijding; bij vrouwtjes is de insnijding net zo diep als bij de mannetjes, maar de kleur is zwart met de lichte delen donker oranjebruin en in het midden vaak zwart. Bij P. pilosa is de voorrand van de clypeus minder diep ingesneden (tot ca. 1/3 van de hoogte en de insnijding is wat vloeiender dan bij albida). In beide sexen is de clypeus zwart met een brede licht geelachtige band langs de voorrand. Verder is de penisvalve bij de mannetjes verschillend. P. pilosa is gemiddeld wat groter dan P. albida, maar uitzonderingen komen voor. De larven vertonen het meest opvallende verschil: beide zijn groen met relatief korte gevorkte stekels; zwart bij P. albida en wit bij P. pilosa.
Het vrouwtje van Periclista dat je me hebt gestuurd is inderdaad P. pilosa, maar het dier is wat donkerder geworden waardoor de lichte clypeus niet meer zo goed te zien is. Als je beide soorten wilt fotograferen, dan kun je het best levende of net dode exemplaren gebruiken."

"verdonkering van imago post mortum"
Vriendelijke groet,
John Bouwmans

Link Topic-selectie (kweekresultaten, metamorfoses, etcetera). https://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=352513.msg1937618#msg1937618