Ik lag in bed tijdens deze discussie, maar kijk nu mee. Wat sterk tegen Leucorrhinia spreekt is het stadium (voorlaatst) waarin het beestje zich op 30 mei bevindt. Leucorrhinia´s zijn tegen die tijd uitgeslopen of hangen op zijn minst tegen uitsluipen aan en bevinden zich dan zeker in het laatste stadium. Op basis daarvan is albifrons erg onwaarschijnlijk.
Onze sleutel (huidjesboek) heeft betrekking op huidjes en (in vrijwel alle gevallen) larven in het laatste stadium. Jongere larven zijn in veel gevallen wel te doen, maar we hebben gemerkt dat verhoudingen, groottes van rug- en zijdoornen verhoudingen van het prementum, etc. door de stadia flink kunnen verspringen. Bij een dergelijke, niet volledig volgroeide larve van ook nog eens een lastige groep is enige voorzichtigheid bij het gebruik van de sleutel geboden.
Toegegeven: de meeste kenmerken lijken te kloppen voor albifrons, de donkere bandering op de buikzijde inclusief, al zijn de ogen mij wel een beetje te groot. Dat past beter op Sympetrum en ook de andere kenmerken die we zien, zou ik niet meteen wegvlakken bij de heidelibellen. Bij Sympetrum heb ik bijvoorbeeld de tekening op de buik ook wel voorbij zien komen, hoewel dit lang niet vaak voorkomt. Hou er overigens rekening mee dat het mentum is weggebogen op de foto in faciaalaanzicht. Hierdoor lijkt de kop platter (Leucorrhinia-achtiger) dan deze daadwerkelijk is.
Al met al zou ik met Weia mee willen gaan en van dit beestje een Sympetrum maken. Voor de zekerheid een sp., maar striolatum is het meest waarschijnlijk.