Geophilomorpha epimorf?

Gestart door Arp, februari 19, 2008, 13:01:57 PM

Vorige topic - Volgende topic

Arp

Hallo Duizenpotenduiders,

Ben zijdelings een beetje bezig om me een beeld te vormen van de Geophilomorpha. Nou kom ik heel veel referenties tegen die melden dat deze "epimorf" zouden zijn, maar de NL-sleutel van Matty en Chris meldt een aantal keren nadrukkelijk dat jonge dieren minder benen hebben. Hoe moet ik dat duiden? Betekent dit dat de jonge dieren welliswaar alle lichaamssegmenten al hebben, maar sommige segmenten geen benen dragen? Of zijn de refs die de beesten epimorf noemen niet (volledig) correct?

Verwarde groet,
Arp
Groetengedoe, Arp (wrn - JungleDragon)

David Tempelman

hoi Arp, ze krijgen er gaande hun leven steeds wat segmenten en dus ook poten bij. lastig voor ons ... een juveniel van de ene meerpotige soort kan dus theoretisch net zoveel poten hebben als een adult van een minderpotige soort. en bij geochilo's hebben de vr. zo'n 2 of meer poten dan de mn,
maar Matty help wat is nou weer epimorf :wacko:
groetjes David
met vriendelijke groet,
David

Arp

Citeerhelp wat is nou weer epimorf :wacko:
Hoi David, bedankt voor je antwoord, maar ... wat jij beschrijft is dus - voor zover ik dat goed begrepen heb - precies het tegenovergestelde van epimorf (ofwel anamorf dus).

Kennelijk wordt bij duizendpoten onderscheid gemaakt tussen anamorfe en epimorfe dier(groep)en, waarbij juist de Geophilomorpha en Scolopendromorpha (meen ik?) doorgaans als epimorf genoemd worden en de rest anamorf. Ik heb me daar, zeker voor de G al enigszins over verbaasd - ongelovelijk dat die lange dingen compleet met alle segmenten uit het ei zouden komen.... en toen las ik de inleiding van Matty's sleutel nog eens opnieuw door en nu ben ik dus "los"  :blink:  
Groetengedoe, Arp (wrn - JungleDragon)

A_kroon56

Heren,

Ik loop wat achter met mijn reacties door verblijf in buitenland. Geophilomorpha zijn epimorf. Dit houdt in dat de juvenielen met een volledig aantal poten ter wereld komen, met een aantal pootparen gelijk aan de adulten. Dit in tegenstelling tot de Lithobiomorpha. Deze groep is anamorf. Hier worden de jongen geboren met minder pootparen dan de adulten. Het aantal pootparen neemt geleidelijk toe gedurende de eerste vervellingen.

Met groet,

Matty
Matty Berg

Coordinator EIS-werkgroep Bodemfauna

Arp

#4
CiteerIk loop wat achter met mijn reacties door verblijf in buitenland.
Allang blij dat je er toch nog tijd voor neemt  :duim:

Pagina 46 (=NFM; PDF=6) onderaan links had ik al een beetje weggezet als "honest editors mistake", maar ik ben toch nog een beetje "van m'n stuk gebracht" door pagina 50 (=NFM; PDF=10) bovenaan (punt 9a en 9b) waar specifiek gewaarschuwd wordt dat juvenielen van Strigamia crassipes (en eventueel ook S. acuminata???) minder poten hebben dan de adulten.

Is dat de spreekwoordelijke uitzondering die de regel bevestigd? En zo ja, worden beide soorten bedoeld of inderdaad alleen S. crassipes? En is er iets bekend over hoeveel poten minder?

Nou ja, van die dingen...

Zijdelings verwant aan het onderwerp is de determinatie van deze waarneming. Een erg kleine Geophilomorpha (dacht eerst even dat het een spoelwormpje was!) - vervolgens dacht ik dat dit nu dus wel een jonkie zou zijn, maar toen ik segmenten (pootparen) ging tellen en op 37 uitkwam bleken opeens ook wat adulte dieren te kunnen passen:
  • Brachygeophilus truncorum (Bergsöe & Meinert, 1886) Segs: M=37-39, F=39-41; 12-14[18?]mm; Colour yellowish/lightbrown w. darker head; Antennae 2.5-3xhdwdth.
  • Brachyschendyla dentata (Brölemann & Ribaut, 1913) Segs: M=37-40, F=38-42; 12mm; Colour light-yellow; Antennae 2.2xhdwdth 14segs.
  • Schendyla nemorensis (C.L. Koch, 1837) Segs: M=37-41, F=39-43; 14-20(25?)mm; Colourless/lightyellow; Antennae 3-4xhdwdth.
  • Strigamia acuminata (Leach, 1814) Segs: M=37-39, F=33-47 (juv. less???); 30-35mm; Colour red; Antennae 3.5-4xhdwdth.
  • Strigamia crassipes (C.L. Koch, 1835) Segs: M=49-51, F=51-53 (juv. less!!!); 50mm; Colour red; Antennae 2.5-3xhdwdth.
Ongeacht het aantal poten in juvenielen zou ik dan de Strigamia's vanwege de kleur af laten vallen.

Ik heb het diertje gemeten op circa 13mm en ik vind de antenne grofweg 3,5x de kopbreedte. Vanwege dat laatste zou ik dan Brachyschendyla dentata eruit gooien. Maar dan wordt het lastig. Is het een grote adulte Brachygeophilus truncorum of een kleine subadulte Schendyla nemorensis? De tabel geeft voor S. nemorensis niet nadrukkelijk een donkere kop, maar ik heb zwaar het vermoeden dat de soort die wel heeft (oude afbeeldingen van Koch hebben een donkere kop en ik heb zelf een andere gevonden die vanwege de lengte+segmenten eigenlijk niks anders kon zijn dan S. nemorensis en die had ook een donkere kop.

Foto's van het laatste benenpaar zijn (voor mij) te slecht om er wel/niet Schendyla van te kunnen maken... toch neig ik een beetje meer naar Brachygeophilus truncorum ... ??

Enschede - Wildernis, 23 feb 2008, 13mm:
Groetengedoe, Arp (wrn - JungleDragon)

A_kroon56

Hej Arp,

Die opmerking over de juvenielen mag je vergeten. Mijn fout. Ik bedoel te zeggen dat er variatie is in het aantal segmenten (en daarmee het aantalpootpaar), maar dat heeft niets te maken met adult of juveniel.

Het achterste pootpaar is inderdaad een goed kenmerk om Schendyla te onderscheiden van andere soorten. Helaas is dit kenmerk op de foto niet goed te zien. Ik durf niets met zekerheid te zeggen, alleen dat de 'fizz' overeenkomt met B. truncata. Brachygeophilus truncata is wat meer gedrongen dan Schendyla nemorensis.

Met groet,

Matty
Matty Berg

Coordinator EIS-werkgroep Bodemfauna

Arp

#6
CiteerIk durf niets met zekerheid te zeggen, alleen dat de 'fizz' overeenkomt met B. truncata.
Dan maak ik er een onzekere Geophilus truncorum van  ^_^

Dank je Matty!
Groetengedoe, Arp (wrn - JungleDragon)

Arp

Hoi Matty (& anderen),

Mag ik nog een keer op deze terugkomen? Is er op basis van onderstaande tweede poging voor de eindbenen een zekere G. truncorum van te maken, of blijft het wiebelig:

(het linker eindbeen lijkt half geamputeerd)

(bij de waarneming ook nog wat habituskiekjes).

Overigens: Is de 'nieuwste' versie van de naam tegenwoordig niet weer gewoon Geophilus truncorum ipv van Brachygeophilus t. ??
Groetengedoe, Arp (wrn - JungleDragon)

David Tempelman

hoi Arp,
je hebt gelijk, de laatste naam is idd. Geophilus truncorum.
groet David
met vriendelijke groet,
David

David Tempelman

hoi Matty, wil je even kijken: klopt het dat Geophilus oligopus de huidige naam is van Geophilus insculptus of zijn dit geen synoniemen maar bleek NL materiaal van 'insculptus' tot oligopus te behoren? groet, David
met vriendelijke groet,
David

A_kroon56

Heren,

De poot lijkt inderdaad te eindigen in een klauwtje. Bovendien is de poot relatief lang omdat de afzonderlijke segmenten relatief lang zijn. Dit sluit Schendyla nemorensis uit. Het beste kenmerk voor Geophilus truncorum (hij is inderdaad in een ander genus geplaatst) zijn de gegroeve sternieten aan de onderzijde vanhet dier, de eerste 10-tal segmenten na de kop.

Er is veel verwarring over de juiste naamgeving van G. insculptus, G. proximus, G. oligopus. Geophilus insculptus is zowel een juiste soortnaam als een synoniem (ongelukkigerwijs van G. proximus). De heersende mening (maar die wordt niet door iedereen gedeeld) is dat G. insculptus en G. proximus de juiste namen zijn.

Matty
Matty Berg

Coordinator EIS-werkgroep Bodemfauna