Eierkoek-zwam (NO)

Gestart door Marleen, augustus 20, 2017, 18:52:53 PM

Vorige topic - Volgende topic

Marleen

Hallo allemaal,

Ik heb deze mooie grote paddenstoel in een oud bos in Noorwegen gezien.
Ik had het zelf omgedoopt tot eierkoekzwam, vanwege de vorm/kleur.
Maar hoe heet deze soort echt?

https://norway.observation.org/waarneming/view/142737611
Paddenstoel onbekend - Fungi indet. gezien op 2017-08-13 Norway - Øyer









Groetjes, Marleen

janvdbrugge

Hallo Marleen,
Dit is een van de Berkenboleten, herkenbaar aan de grijsgespikkelde steel. Zoeken bij geslacht Leccinum. Welke soort het moet of kan zijn, wordt echt huiswerk, met waarschijnlijk de noodzaak van meer gegevens dan de foto's laten zien.
Groeten, succes,
Jan van der Brugge

janvdbrugge

Hallo Marleen,
De twee algemeen gebruikte veldgidsen voor paddenstoelen zijn momenteel "De Grote Paddestoelengids voor onderweg" van Tirion (door Gerhardt) en (voor plaatjeszwammen) Veldgids Paddenstoelen I van Dam & Kuyper. (Aan de -n- in paddenstoelen kun je zien dat deze laatste nieuwer is!) Ik geef wat informatie over Leccinum versipelle, de Oranje berkenboleet. Het gaat hierbij om een groepje nauw verwante soorten, waarvan Gerhardt zegt: bij het determineren van deze en de twee voorgaande soorten moet men beslist op de begeleidende bomen letten. (de drie soorten zijn dan: Oranje bb, Rosse populierenboleet en Eikenboleet). De Rosse pb en de Eikenboleet hebben roodbruine schubjes op de witachtige steel, bij de Oranje bb zijn de steelschubjes zwart. Kenmerk van de groep is dat de hoedhuid over de buisjeslaag uitsteekt en soms aan de rand duidelijke flarden heeft. Oranje bb is gebonden aan berk, komt vooral in heidelandschap voor, dus zandgrond; Rosse pb kan bij zowel populier als berk staan, Eikenb. staat bij eik. Kleur hoedhuid van Oranje bb: geeloranje tot steenrood, geel- tot oranjebruin, soms sterk verblekend. Rosse pb: helder oranjerood tot oranjebruin (maar witachtige, later roodbruine steelschubjes) Die hoedkleur komt ook voor (licht- of donkerbruin, roodbruin, ook bruinzwart of wit) bij de Gewone berkenboleet, maar die heeft geen uitstekende hoedrand en grijsbruine tot zwarte steelschubben.
Kleur van de buisjeslaag is afhankelijk van de leeftijd; bij Oranje bb wittig tot heel bleek bruin, na kneuzing bruin (Dam & Kuyper voor de groep Leccinum aurantiacum, de "rosse boleten": Rosse pb + Eikenb. + Oranje bb), in beschrijving Gerhardt "in jeugd grijsachtig, daarna bleek grijsgeel, bij druk nauwelijks verkleurend." Aansnijden geeft ook nog verkleuring, maar dat laat ik maar weg.
Conclusie: Oranje berkenboleet is 'n kandidaat, mits bij berken groeiend. Ik heb 't niet gecontroleerd, maar het zou kunnen dat je bij aanmelding voor Leccinum aurantiacum s.l. kunt kiezen, dus zeg maar: Oranje berkenboleet in ruime zin. Alternatief is dus dat je op dezelfde plek de kenmerken gaat opnemen: staan er berken, klopt de kleur van de buisjeslaag enz. Er zouden nog meer kandidaten in het Noorse soortenlijstje kunnen zitten, zoals eerder gezegd: je ontkomt niet aan tijdrovend huiswerk (tenzij je erg vertrouwd bent met de mycoflora en andere eigenschappen van een bepaald gebiedje, of veel op excursie gaat met kenners, bijv. een werkgroep).
Groeten, succes in het veld.
Jan van der Brugge