Corry,
ik denk dat je gelijk hebt. Ik heb alles nog eens goed bekeken en dan is het toch C. fimbriata. De grondschubben waren meestens nog kleiner dan ik dacht en max. 2 mm maar meestal veel kleiner. Aan de onderkant grondschubben geen oranje vlek te zien (egaal wit).
Volgens de oude veldgids-determinatietabel ga je: grondschubben < 1mm naar C. fimbriata. Dan moet tevens sprake zijn van veel minder dan een matje blaadjes. Nou hier is het echt een matje, dus dat, klopt dan weer niet, maar goed.
En dan zegt de nieuwe veldgids weer: grondschubben tussen 4 en 8mm diameter !!??
En dan zegt de oude in de tekst weer: met een matje van blaadjes aan de voet en geen blaadjes aan de steel. Dat hebben twee exemplaren weer wel in beperkte mate, maar toch.
And that is why they drive me nuts sometimes, alhoewel ik net lees in de Nederlandse Cladionia's: schubben tot 5mm omtrek dus. En daar staat ook: onderkant podetiën variabel soredieus en bovenaan melig.
En ook onderaan soms blaadjes. Dat klopt als een bus.
Dus volgende keer maar weer dat blijkbaar goede oude werk.
En dus bedankt voor je advies, want het is de soort die jij dacht.
Op naar de volgende soorten, want er staan er hier nogal een paar op de veluwezoom, maar gelukkig ken ik er steeds meer.
Dat rood bekermos staat er ook maar herken ik alleen met apotheciën dus wie weet straks ook zonder.
Groet,
Elmar