Ik heb de vogel uit Eemshaven in een compootje gezet met 16 wijfjes gewone Brilduiker uit de database en een 4-tal IJslandse vrouwen lukraak van het www gepikt. Ik heb geprobeerd een beetje variatie in de kopvorm te zoeken. Het lijkt dat die kopvorm bij Brilduiker erg variabel is waarbij ongetwijfeld allerlei ook externe factoren (wind, temperatuur enz.) een rol spelen. Dat is natuurlijk ook het geval bij IJslandse BD en wellicht zou met een grotere sample van die soort ook blijken dat er (veel?) overlap is in de kopvorm van beide soorten. Misschien dat, zoals Vincent zegt, snavelvorm en -formaat meer houvast geven..