Schildmos met zwarte wimpertjes. Soort? >> onzeker Parmotrema stuppeum?

Gestart door John Bouwmans, maart 09, 2012, 18:38:37 PM

Vorige topic - Volgende topic

kroonp

Citaat van: rinodina op maart 18, 2012, 21:10:23 PM
Wat nu door John is gevonden zou wel eens de "echte" Parmotrema stuppeum kunnen blijken te
zijn, hetgeen dus een echt nieuwe soort in Nederland zou betekenen. Ware het niet dat onze
Echte Lichenologen schijnen te denken dat bij P stuppeum de "rhizinen" (sic) niet tot aan de
randen van de lobben mogen zitten.

Wat wil je zeggen met die laatste zin? De rhizinen zitten bij dit geval ook niet tot aan de rand.
Groet

Peter Kroon

alegro

#31
Citaat van: kroonp op maart 19, 2012, 15:48:08 PM
Citaat van: rinodina op maart 18, 2012, 21:10:23 PMWare het niet dat onze Echte Lichenologen schijnen te denken dat bij P stuppeum de "rhizinen" (sic) niet tot aan de
randen van de lobben mogen zitten.

Wat wil je zeggen met die laatste zin? De rhizinen zitten bij dit geval ook niet tot aan de rand.

Lees de beschrijving van P chinense in de Veldgids nog maar eens. Nergens een woord over ciliën, terwijl de
"wimpers" toch een duidelijk kenmerk van in ieder geval P reticulatum vormen. Over het zichtbare verschil
tussen ciliën en rhizinen valt verder ook niets te lezen. Ook The Lichens of Great Britain and Ireland is hier
trouwens heel vaag over.

Soms raak ik bijna (maar niet echt) gefrustreerd door soortbeschrijvingen zoals we die in de diverse literatuur
aantreffen. Lees voor de aardigheid eens op blz 269 van laatstgenoemd standaardwerk over het verschil in
grootte tussen de sorediën van Caloplaca citrina & C phlogina...
Grüezi mitenand,
Arjan

waterland01

Cilien vs. rhizinen. Cilien zijn haarvormige of draadvormige uitgroeisels van het thallus zelf, aan de rand van lobben.
Rhizinen zijn soorgelijke orgaantjes waarmee het thallus zich vasthecht aan het substraat. Duidelijk verschil met cilien dus.
En Smith is zeker wel de bijbel voor lichenologen, maar net als met die andere bijbel twijfelen we weleens aan wat erin staat, en zo hoort het ook. Anders zou er nooit een nieuwe soort worden onderkend, zoals laatst Opegrapha viridipruinosa die als variant van Opegrapha varia werd gezien. Feitelijke onjuistheden of vaagheden staan er zeker in, maar kun je goed corrigeren door andere literatuur op internet te raadplegen. Of je ogen de kost te geven.
Een voorbeeld: Opegrapha ochrocheila. Volgens onze bijbel ''red-orange pruina rarely totally absent''. Dat had je gedacht. Komt zeker in Flevoland voornamelijk zonder die pruinose toestand voor. Gaan we dus wat dieper in duiken, want is het wel ochrocheila?
Groeten,

Henk Timmerman
Henk Timmerman

alegro

#33
Citaat van: waterland01 op maart 19, 2012, 23:34:52 PM
Cilien vs. rhizinen. Cilien zijn haarvormige of draadvormige uitgroeisels van het thallus zelf, aan de rand van lobben.
Rhizinen zijn soorgelijke orgaantjes waarmee het thallus zich vasthecht aan het substraat. Duidelijk verschil met cilien dus.

Zo interpreteer ik het ook, maar waarom lezen we in de beschrijving van P reticulatum dat de rhizinen tot aan de randen zitten?
De randen zitten toch niet aan het substraat vastgehecht?

CiteerEn Smith is zeker wel de bijbel voor lichenologen, maar net als met die andere bijbel twijfelen we weleens aan wat erin staat, en zo hoort het ook.

Dat men zaken over het hoofd ziet kan ik begrijpen, maar ik zie dit soort gevallen toch echt meer als slordigheden en soms
zelfs als klarebare fouten.
Grüezi mitenand,
Arjan