determinatie van een mosklokje

Gestart door kvb, oktober 07, 2006, 17:23:41 PM

Vorige topic - Volgende topic

kvb

Vandaag voor het eerst het nieuwe NMV boekje gebruikt voor het determineren van een mosklokje. Uitgekomen op honinggeel mosklokje (G. pumila). Controle bij PdSchweiz mislukt. Soort bestaat niet. Controle bij Phillips: soort heeft andere latijnse naam G. mycenopsis. Weer controle bij PdSchweiz op G. mycenopsis. Bestaat daar niet. Conrole op waarneming. Pimila bestaat en vooral de foto van Andre lijkt sprekend.

vraag is dit Galerina pumila ?

Kik

Niko Buiten

#1
Zou kunnen.  :)

Uit "Het geslacht Galerina in Nederland" van J.J. Barkman (Coolia deel 14 nr. 3 (1969)) over Galerina pumila:
Hoed halfbolvormig, glimmend oranjebruin, met rechte rand. Op een ondergrond van bleke, geïncrusteerde hyphen bevinden zich zeer verspreide gladde epicutishyphen met donker oranjebruin vacuolair pigment. Sporen symmetrisch, zuiver elliptisch, onder de top vaak iets vernauwd. 10-14(-18) x 5,5-6,5(-8) mu, absoluut zonder navelvlek, met kleine apicale porie.

Mogelijk is dit nummer van Coolia over Galerina nog bij de NMV verkrijgbaar. Anders bevindt het zich wellicht in de bibliotheek van de NMV.

Galerina is een zeer moeilijk geslacht om te determineren.
Groet,

Niko Buiten.


Cees Veenema

#2
Niet te determineren  van de foto volgens eerdere berichten.
Spijt me voor jouw Kik en ook voor mijzelf.
Groet,

Cees

kvb

Ik ben iets vergeten in de eerste post. Uit de sleutel kwam Galerina pumila s.l.  Nico bedankt voor de info want die had ik dus niet en we zullen hem vanavond slachten. Ja dat weet ik Cees daarom probeerde ik dit boekje. Wat goed is aan dat boekje is dat het sleutels bevar voor alle soorten. Ze pretenderen niet alles "uit te sleutelen" maar het is voor mij in ieder geval in de Nederlandse taal het beste wat ik tot nu toe gezien heb.

Kik

Niko Buiten

Omdat je het paddestoeltje vanavond onder de microscoop neemt hier nog wat microscopische kenmerken uit het voornoemde nummer van Coolia:

Met Galerina stagnina, G. atrofusca en G. nana deelt G. pumila dat de hoedhuid is opgebouwd uit vrij brede, bleke, ruwe hyphen met daarop verspreide, dunne, gladde donker oranjebruine hyphen.

De cheilocystiden zijn soms vertakt.

Met G. allospora, G. atrofusca en G. cyclocystis deelt G. pumila dat de cheilocystiden lang, slank flesvormig met vaak slangekopvormig capitulum, soms secundaire capitula of uitsteeksels dragend, zijn.

(Wat betreft sleutels in de Nederlandse taal: deze worden regelmatig in Coolia gepubliceerd; verder zijn enkele oude Wetenschappelijke mededelingen van de KNNV gewijd aan geslachten (bijv. nr. 52 (mei 1964) aan aardtongen).)

Groet,

Niko Buiten.


kvb

Sporen/hoedhuid kloppen. atrofusca staat niet in GGB. nana past niet wat betreft  uiterlijk en cyclocystis groeit op levend veenmos onder dennen. Ik ga definitief voor
honinggeel mosklokje. Ik neem nu een slokje op het klokje.


Kik


Niko Buiten

#6
.... :o


Proficiat. :duim:
Groet,

Niko Buiten.