Hoofdmenu

Druppelzwam

Gestart door xenion, januari 09, 2011, 22:32:58 PM

Vorige topic - Volgende topic

xenion

Vandaag vond ik op een spar wat gekke geel-oranje zwammetjes die ik niet direct goed wist te plaatsen, een hele kleine Gele trilzwam (kan niet op spar, maar goed), een soort Druppelzwam, of toch een erg gele Kerntrilzwam... Onder de microscoop was dat snel opgelost; een soort Druppelzwam.

Het geslacht was na wegstrepen (sleutelen ging me niet al te best af) ook nog te doen, gezien de sporenmaat bleef alleen Dacrymyces nog over. Tot een soortnaam komen gaat toch nog lastig. Ik heb met Nordic en wat andere informatie alleen D. adpressus en D. capitatus nog over, maar de 1e moet veel bruiner zijn en zou maar zwak gesteeld zijn en schijnbaar moet de steel dezelfde kleur hebben; D. capitatus groeit overwegend op loofhout, heeft ook een gelijk gekleurde steel en wat slankere sporen...


Hij groeit dus op spar, schijnbaar op de schors, maar de steelt steekt een heel eind in de schors.
Diameter 5-10mm, hoogte in totaal 4-10mm; het steeltje neemt de helft van de hoogte in beslag.
Steel wittig, vooral bij de kleine exemplaren maar lastig te zien en daarbij ook vrij zacht.
Hyfen zonder gespen, 2-3 µm breed.
Basidiën 39-65 x 5,5-6 µm (de breedte gemeten net onder de vertakking, weet niet zeker of dat goed is).
Sporen overwegend 4-cellig (3 septen dus), de overige sporen met minder septen; 12-13 x 4,8-6 µm; septen lijken wat verdikt, maar dat kan ook door dieptewerking komen.
Groeten,
Martin

Gert Kremer

stillatus  ;D , Ofzo?? maar prachtige mic. foto's. 
Ik herken het mic. beeld met de sporen en dat is al knap van mijzelf.  :angel:   
Groeten, Gert
 
Wat ik nu zie, kon ik eerder zien. maar ik zag het niet, had geen tijd om te kijken.

Ismael

`deze al bekeken?

http://www.flickr.com/photos/19369983@N06/3429852109/#/

in de pds gekeken? daar staan wat dacrymycesen in
Groeten Ismaël Wind

xenion

D. minor is echt een kleine soort (nog geen 2mm), deze toch behoorlijk groot voor een Dacrymyces.
PDS is erg beperkt, staan geloof ik maar de helft van de NL soorten in.

Ik zit nu weer aan Dacrymyces te twijfelen omdat deze volgens mij toch geen witte steel mocht hebben... Misschien is nordic niet compleet genoeg om deze op naam te brengen...
Groeten,
Martin

bruggeman

#4
maak je geen zorgen over die witte steel. Het deel van D. stillatus dat onder de schorst zit is vaak wit en steelachtig van structuur.

Prachtige duidelijk foto's. Septen zonder gespen en rijpe sporen met 1-3 dikke dwarswanden: D. stillatus.

De foto van de spore met het bobbeltje laat een verschijnsel zien dat secundaire sporevorming heet en bij veel trilzwamachtigen voorkomt. Het kleintje is ongeslachtelijke spore of wel een condiospore.
groet,
Ida

xenion

Met Nordic 3 kom ik daar niet op uit vanwege de breedte van de sporen (3-4 µm), PDS geeft 5-6 µm.... Wat jou betreft klopt die sporenmaat wel bij D. stillatus? En de vrij grote vruchtlichamen?
Groeten,
Martin

bruggeman

Julich geeft als sporenmaat 8-16 X 2.5 - 5.5 um; Ellis 8-16 x 3-5 um

Heb je gekeken of er arthosporen zijn? D. stillatus heeft ze vaak (helaas niet altijd). Ik dacht dat het de enige soort was die ze maakte (afbeelding in PDS).

De grootte van de vruchtlicichamen zegt volgens mij niet veel
groet,
Ida

Ismael

ik weet dat de link frans was maar wat verder naar beneden staat een verschil tussen minor en stillatus

dat stukje moet je even vertalen (of je kunt frans natuurlijk) (google vertalen)
Groeten Ismaël Wind

bruggeman

#8
Sorry, dat van die grootte neem ik terug. 0.5-1 cm voor een enkel niet versmolten vruchtlichaam lijkt mij ook wel erg groot.
Als je de septen in de spore dun noemt kom je met Juelich of op D. capitatus of D. minor. D. minor valt af omdat hij niet groter wordt dan 2 mm, D. capitatus is net als de jouwe 0.5 - 1 cm. De rest van de maten klopt matig, de basidien zijn aan de brede kant voor D. capitatus, maar toch wat vind je van die optie?

Het lijkt me dat je meetpunt voor de breedte van de basidien het juiste is.

PS volgens de franse site komt D. minor uitsluitend op loofbomen voor en onderscheidt zich daardoor voor D. stillatus, maar volgens andere bronnen groeit D. minor ook op naaldhout.
groet,
Ida

xenion

D. capitatus lijkt me een goede kanshebber, ik dacht dat die alleen op loofhout voorkwam, maar groeit schijnbaar soms ook op naaldhout, en een andere bron gaf ook sporen met ongeveer dezelfde maat.
Of de septen in de sporen nu dik of dun zijn vind ik lastig te zeggen, maar ik denk dat ze dik lijken doordat je een soort dieptewerking hebt.
Groeten,
Martin