Welke vezelkop?

Gestart door adinda, augustus 31, 2010, 21:08:23 PM

Vorige topic - Volgende topic

adinda

Stonden bij linden.

Hoed: Bruin in centrum licht geschubd en aan de randen gestreept; 40 mm vlees wit
Steel 45x5 mm, licht bruin; knolvormig aan de steelvoet 14 mm; vlees wit.
Lamellen roomwit, later lichtbruin/groen verkleurend.
Sporee donkerbruin.
Basidia 4-sporig.
Lange cystiden met grote kristallen aan de top en een ring van kleinere kristallen daaronder net een halsketting (zie foto-7), deze grote cystiden vallen op omdat ze roder gekleurd zijn en ik denk niet dat dit zozeer komt omdat het in congorood wordt getoond, de ander kleinere cystiden hebben dit namelijk niet.
Sporen hebben een specifieke vorm die ik niet kan benoemen, heb ze nog niet gemeten.
Met vriendelijke groeten,

Joop

adinda

Microscoop foto's
Met vriendelijke groeten,

Joop

adinda

Er kunnen waarschijnlijk niet meer dan twee foto's tegelijk worden verzonden.
Met vriendelijke groeten,

Joop

adinda

#3
Laatste serie
Met vriendelijke groeten,

Joop

xenion

Een Vezelkop inderdaad. Goede sleutel(s) zijn belangrijk bij dat geslacht... Caulocystiden bekijken (tot welk deel van de steel), pleurocystiden aanwezig? Sporenmaat, knolvoet aanwezig, en gerand?
Groeten,
Martin

adinda

Ik zal proberen of ik daar allemaal aan kan voldoen Martin als ik de tijd er voor heb.
De sporenmaten komen nog.
Met vriendelijke groeten,

Joop

adinda

#6
Ik begrijp het blijft moeilijk maar deze had ook specifieke sporen, hebben de vorm van een goeiedag (middeleewse wapentuig, bal met punten).

Deze exemplaren stonden bij eiken.
Wederom cystiden met kristallen
Hoed 33mm, bruin vezelig met umbo.
Steel: 56x3 mm; donkerbruin; geen knolvoet. De steel kan zich splijten en dan komt het vlees als een rolletje naar buiten.
Basidia: 4-sporig
Sporen: knotsvormig, het lijkt stervormig maar dat zijn ze niet, het is vrij moeilijk om de maten van deze sporen te meten dan heb je er wel een paar nodig.
Cystiden: kort en bol met kristalvorming, onder de kristallen op de top een kraag van langwerpig dunne kristallen rondom de top.

Foto-3 en 4 geven aan dat er meer punten zijn dan dat men in één keer kan zien, door het in en uit focussen zijn meerdere punten zichtbaar.
Foto-5 geeft aan dat het centrum van de sporen ovaal vormig is alhoewel dit niet altijd goed te zien is waardoor de sporen moeilijk te meten zijn.

Had eigenlijk een nieuwe topic moeten zijn maar zo gaat het ook.
Met vriendelijke groeten,

Joop

grietaf

Kun je nog een foto van de sporen laten zien, Joop?
Grieta.

adinda

#8
Nog een foto van het basidium, duidelijk te zien dat het 4-sporig is en een cystide met kristallen.
Met vriendelijke groeten,

Joop

grietaf

De kleur van de steel doet me sterk aan de Sterspoorvezelkop denken. De vorm van de meeste sporen zal waarschijnlijk stervormig zijn?
Grieta.

xenion

Lijkt me toch Sterspoorvezelkop, de sporen vind ik stervormig genoeg...
Groeten,
Martin

adinda

Als je het in het platte vlak zou bekijken dan heb je gelijk Martin, de sporen zijn echter niet plat maar ovaal vormig en bedekt met dit soort uitsteeksels.
Als de foto van een goeiedag opzoekt dan heb je een goed vergelijk hoe hij er eigenlijk uitziet.
https://portal.skipov.nl/onderwijsprojecten/Wereldorientatie/Middeleeuwen/Middeleeuwenwiki/Wapentuig.aspx
Met vriendelijke groeten,

Joop

xenion

Citaat van: adinda op september 01, 2010, 20:50:18 PM
Als je het in het platte vlak zou bekijken dan heb je gelijk Martin, de sporen zijn echter niet plat maar ovaal vormig en bedekt met dit soort uitsteeksels.
Ja, dat is toch logisch?
Groeten,
Martin

adinda

Wat is hier logisch aan dat hij niet stervormig is?
Software voor microscoop camera's geeft je tegenwoordig wat meer mogelijkheden dan alleen in het platte vlak kijken
Met vriendelijke groeten,

Joop

xenion

Ik zal je vorige opmerking niet helemaal hebben gesnapt? Maar dit noem ik stervormig. Met enkel een microscoop kun je ook meer dan alleen in het platte vlak kijken, beetje met scherpte spelen.
Groeten,
Martin

adinda

#15
Wederom een Sterspoorvezelkop met een iets andere hoed deze keer maar wel met dezelfde sporen, als tenminste de soort sporen bepalend zijn voor deze soort.
Alhoewel ik daar nog steeds een vraag over heb, want hoe meet ik ze nu.
Het lijkt erop dat sommige sporen omgeven zijn door een kraag die stervormig is (foto's 3 t/m 5), verder zijn de meeste sporen bedekt met schubben zoals je die op de rug van een krokodil kunt vinden (foto-7) dit beeld blijf je zien hoe het spoor ook wentelt in de vloeistof.

Het aantal graden van de tophoek van de scherpe stervorm die wij vaak zien ligt tussen de 45 en 62 graden (foto-6), de meeste hoeken liggen tussen 48 en 52 graden.
Hierbij moet wel worden aangetekend dat veel tophoeken zijn afgerond i.p.v. scherp.
Met vriendelijke groeten,

Joop

xenion

De sporen meet je van punt tot punt in dit geval, dus met de stekels, en ja dat is soms lastig doordat je een beetje met de scherpte moet spelen.
Hoed past nu trouwens ook weer perfect voor een Sterspoorvezelkop, sporen ook, dus lijkt me weer zeker.
Groeten,
Martin

Marian Jagers

Hoi Joop,

Op de NMV site zijn bestanden te downloaden die je wijzer kunnen maken over Vezelkoppen, o.a. over het meten van de knobbelspoorders.
Groeten Marian

adinda

#18
Bedankt Marian en Martin.
Ik heb trouwens beide artikelen gelezen in de Coolia's en er zijn duidelijk meer determinatie bepalende kenmerken die in niet heb gebruikt om tot een goed eindresultaat te kunnen komen.
Zal ik toch weer terug moeten om te kijken of er nog meer exemplaren staan.

Ik vind het trouwens zeer moeilijk om te kunnen bepalen met wat voor soort knobbelsporen ik te maken heb.
De sporen heb ik bekeken in een mengsel van congorood met water, kan het ook nog een keer doen in KOH 5%.
Bij de eerste serie van 3 foto's is het dekplaatje wat aangedrukt, wat wel opvalt is dat er meestal één prominente punt te zien is als het spoor in de langsrichting ligt (foto-3 en 4), bij een bovenaanzicht missen we dit aangezien dan de zijkanten beter zichtbaar zijn (foto-2).

Kuyper stelt dat de sporen moeten worden gemeten van punt naar punt maar aangezien deze niet op een vaste positie aanwezig zijn lijkt me dat een beetje moeilijk, op foto-4 is het sporen lichaan vrij duidelijk te zien en hier liggen ook bij één spoor de punten tegenover elkaar in de langsrichtig maar dat is zoals je ziet zeker niet bij alle sporen het geval.
Als je het lichaam alleen meet kom je tot een lengte van 8.45 µm (foto-4) en met punten 12.98 µm (foto-5) een aanzienlijk verschik zou ik zo zeggen.

Foto-6 is genomen in KOH 5% waarop wel duidelijk te zien is dat we hier te maken hebben met afgeronde knobbels (rondingen in een bovenaanzicht van het spoorlichaam) die zich in een bepaald zijaanzicht openbaren als driehoekige vormen
Met vriendelijke groeten,

Joop

Marian Jagers

Citaat van: adinda op september 06, 2010, 10:03:43 AM
Ik heb trouwens beide artikelen gelezen in de Coolia's en er zijn duidelijk meer determinatie bepaalende kenmerken die in niet heb gebruikt om tot een goed resultaat te komen.

Klopt. Als je ze al niet met de nodige voorzichtigheid verzamelt heb je al een probleem. Maar in feite geldt voor elk geslacht dat je moet weten hoe je ze moet verzamelen. Ach, van lieverlee leer je daar wel mee omgaan. Excursies helpen daarbij want dan kom je de meer ervaren mensen in de praktijk tegen. Ook microscopie is een kwestie van ervaring en handigheid. Je zult zien, als je mic. blijft gebruiken, kijk je als je een jaar of wat verder bent heel anders naar problemen waar je nu tegen aanloopt. ;)
Er is een goed boek over Vezelkoppen. Die Gattung Inocybe in Bayeren von J. lange. Ik ken niet zoveel Vezelkoppen maar volgens mij, is er maar één soort met dergelijke sporen zoals jij die laat zien.
Groeten Marian

adinda

#20
De I. Pseudoastrospora heeft ze ook en die komt voor op zand- of leembodem onder loofbomen (sporenmaat 8-10x6.5-8.5 µm en 5-7 zeer opvallende knobbels). Of de grondsoort waarop ze stonden kalkhoudend is kan ik niet bepalen kan net zo goed zandgrond zijn.
De I. astrospora komt voor onder loofbomen op kalkhoudende grond, kon niets vinden betreffende de sporenmaat.

Het bepalen van het aantal knobbels geeft een vrij grote marge aangezien de hoek van inzien niet continu hetzelfde is en er grote en kleine knobbels aanwezig zijn op het spoorlichaam.
Met vriendelijke groeten,

Joop

xenion

Sporenmaat van I. asterospora volgens 'Die Gattung Inocybe in Bayern': (9-)10-12(-12,5) x 8,5-10 µm.
Groeten,
Martin

adinda

#22
Foto 1 platte sporen waar duidelijker het aantal knobbels op voor- cq achterkant zijn te zien ( in dit geval 5), die van de zijkanten komen hierbij niet goed meer naar voren.
Foto 2 toont een sporenlichaam (links onder), waar geen oliedruppels meer inzitten, geen knobbels aan de zijkanten aanwezig zijn behalve die op het lichaam zelf (in dit geval 4).
Foto-3 is een hoogte meting van de meest voorkomende driehoekige knobbel in de lengterichting van de sporen (gemiddeld 2.85-3.45 µm)

De gemeten sporenmaten volgens de manier van Kuypers 9.48-13.39x7.53-10.06 µm (meest voorkomende waarden 10.30-10.70x8.30-8.70 µm)
Aantal knobbels aan de zijkant 6 of 7, aantal knobbels op de voor- cq achterzijde 4 of 5 (in de meeste gevallen 5).

Dan zou je inderdaad zonder de andere determinatiekenmerken in acht te nemen uitkomen op I. asterospora.
Weer wat geleerd.
Met vriendelijke groeten,

Joop

grietaf

Citaat van: adinda op september 06, 2010, 13:46:35 PM
De I. Pseudoastrospora heeft ze ook en die komt voor op zand- of leembodem onder loofbomen (sporenmaat 8-10x6.5-8.5 µm en 5-7 zeer opvallende knobbels).

Nog even een aanvulling. Inocybe pseudoasterospora heeft een cortina en I. asterospora niet. Je kunt dat zien aan het al of niet hebben van caulocystiden aan de voet van de steel.
Grieta.

Gulistan

Ik vind trouwens je foto's van de knobbelsporen erg mooi!
Groeten van Christiane