rickenella mellea?

Gestart door Ismael, augustus 15, 2010, 23:44:15 PM

Vorige topic - Volgende topic

Ismael

Wat zijn de verschillen tussen R fibula en R mellea? Ik denk namelijk dat ik r mellea heb gevonden dit vanwege de kleur en de standplaats, tussen veenmos, nat dus. De sporen zijn ca 5 * 2.5. Laatste helaas onscherp moet morgen weer terug dus, deze erbij gedaan voor de kleur als ze wat jonger zijn en berijpte steel
Groeten Ismaël Wind

heppo

hoi,

ik ken de hele soort niet. en kom toch vaak in het veenmos. ik ben benieuwd, heb ik jarenlang alles voor fibula uitgemaakt?

herman

xenion

Om te beginnen even de opmerking dat ik het afgelopen weekend wel meerdere bleke Rickenella's heb gezien welke ik voor verregende Rickenella fibula's heb uitgemaakt.

Funga Nordica geeft wel een vrij uitgebreide beschrijving voor beide soorten, verschillen en belangrijke punten die me zo snel even opvallen (voor de rest zie Funga Nordica, of mail me even):

Rickenella fibula:
 - Cap: bright orange, yellow or reddish brown, centre deeply coloured, paler towards margin and between the striae
 - Cap: translucently striate halfway to centre
 - Gills: sometimes forked
 - Stem: minutely pubescent over entire length
 - Stem: orange, pale yellow to hyaline white
 - Mic: Sp (4-)5.5-7(-7.5) x 2-3(-4) µm;
          Cheilo- and pleurocystidia 30-60 x (4-)6-9(-13) µm, fusiform to narrowly lageniform, often subcapitate, thin-walled, smooth, hyaline;
          Pileocystidia 40-80 x 10-15 µm, similar to cheilocystidia;
          Caulocystidia 30-100 x 8-15 µm, similar to cheilocystidia, but often slightly thick-walled.
 - Single or in groups in moist moss, in forests, open grassland, heathland and on lake shores;

Rickenella mellea:
 - Cap: beige to yellowish brown at centre, paler beige towards margin
 - Cap: translucently striate at margin
 - Gills: forked
 - Stem: smooth or very minutely pubescent
 - Stem: pale beige to almost white
 - Mic: Sp 5.5-9(-10) x 2.5-4 µm;
          Cheilo- and pleurocystidia 25-65 x 7-15 µm, fusiform, lageniform, subcapitate or clavate, thin-walled, hyaline;
          Pileocystidia similar to cheilocystidia;
          Caulocystidia 25-60 x 5-10 µm, cylindrical, lageniform to fusiform, often subcapitate, thin- to slightly thick-walled.
 - With mosses, often Bryum or Philonotis; solitary or in groups in moist mires, especially along brook sepages;
Groeten,
Martin

Ismael

Bedankt. Nou deze zijn zeker niet verregend, ze komen net. De steel is doorzichtig/wit dat heeft fibula bij mijn weten niet en de kleur dus. Maarja het zegt niet zo heel veel het kan net zo goed fibula zijn dat weet ik. Ik ben nog bezig hem uit te sleutelen cq te ontleden
Groeten Ismaël Wind

xenion

Citaat van: Ismael op augustus 16, 2010, 21:31:23 PM
De steel is doorzichtig/wit dat heeft fibula bij mijn weten niet ...
Citaat van: xenion op augustus 16, 2010, 19:06:47 PM
Rickenella fibula:
- ...
- Stem: orange, pale yellow to hyaline white
:P
Groeten,
Martin

Ismael

Groeten Ismaël Wind

xenion

Uhu, makkelijk die paddenstoelen.... Kijk eens naar wel/soms gevorkte lamellen, donzige steel, hoed tot de helft doorschijnend gestreept? En wellicht grootte (en waarschijnlijk ook algemeenheid) van de caulocystiden.
Groeten,
Martin


xenion

Citaat van: Han Endt op augustus 16, 2010, 21:59:43 PM
Zo ben ik nog altijd nieuwsgierig naar dit: http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=16007.msg132751.html#msg132751
Eerste indruk is een gekke Rickenella fibula...
Te groot voor Omphalina marchantiae, te teer voor Omphalina postii, is mijn indruk dan.
Groeten,
Martin

Gulistan

Dit trechtertje past ook wel in dit topic: vond ik vandaag in het duin in mos. Ook al zo lichtgeel
Groeten van Christiane

BenS

En tegen Ismael zei je: en nu hou je op!!
Groet,
Ben

Natuurlijk Achterhoek (Graafschap, Liemers, Montferland)

wim veraghtert

hallo,

probeer onderstaand artikel eens vast te krijgen:
Walleyn, R.; Verbeken, A. (2006). Dubbelgangers (3) - Rickenella, in: (2006). AMK mededelingen, 2006(4): pp. 94-96.

Is heel verhelderend.
Rickenella mellea is in de Kempen niet echt een grote zeldzaamheid... je kan hem zowel in droge als natte biotopen vinden.  Ik vind hem het meest in heischraal grasland.

Ik vind die van Han er erg goed uitzien voor mellea, zeker die kleur. Die van jou kunnen nog uitgebleekte fibula's zijn. R. mellea is vaak forser dan fibula, andere hoedkleur (nooit heldergekleurd) en witte plaatjes. Sporenvorm verschilt ook; Walleyn heeft goede sporentekening van beide soorten naast elkaar.

Groetjes
Wim
admin nachtvlinders waarnemingen.be

han.endt

#12
Citaat van: wim veraghtert op augustus 22, 2010, 23:13:25 PM

Ik vind die van Han er erg goed uitzien voor mellea, zeker die kleur.
Ja, die van mij lijken wel heel erg als ik dit bekijk: http://waarneming.nl/soort/photos/82119 Ik denk zelfs dat ze het zijn. Ik zal de plek waar ik ze gevonden heb eens goed in de gaten houden.

Hij is overigens zeer zeldzaam en niet zeldzaam zoals in de database: http://www.verspreidingsatlas.nl/124030

xenion

Citaat van: Han Endt op augustus 23, 2010, 01:09:16 AM
Hij is overigens zeer zeldzaam en niet zeldzaam zoals in de database: http://www.verspreidingsatlas.nl/124030
Dat moet ik nog eens langslopen als het wat rustiger is met paddo's ;)
Groeten,
Martin

wim veraghtert

Eén ding is me duidelijk: die soort is in Nederland wel zeer slecht gekend. In Vlaanderen zijn er in de Antwerpse en Limburgse Kempen 20+ vindplaatsen. Met name in de provincie Noord-Brabant moeten die er ook zijn!
admin nachtvlinders waarnemingen.be

heppo

toch fantastisch leuk, als op deze manier nu iedereen naar R. fibula gaat kijken en daardoor een duidelijker beeld van de verspreiding van R. mellea gaat ontstaan. Ik zou zeggen aan het werk!!!!

herman sieben

Ismael

Groeten Ismaël Wind

Ismael

nog even hierop terugkomend: Diegene die mijn exemplaren van rickenella heeft onderzocht, dhr M Boomsluiter heeft mij gevraagd ons/mij erop te wijzen dat, zoals eigenlijk alle paddenstoelen, niet te zeggen is of het R mellea is simpel en alleen om het feit dat de kleur overeenkomt. R fibula heeft ook wel een honingkleur (zie mijn exemplaar) . Verder is de hoedmaat van R mellea altijd groter, minimaal 9mm (neem daarbij het gemiddelde van het groepje volwassen rickenella's. Verder is de Q-maat van de spore altijd boven de 2,2, gemiddeld tussen de 2,7 tot 3,6. Mijn exemplaar was 1,6. Dat wil dus eigenlijk zeggen dat een dergelijk soort (R. mellea) altijd onder de  :micro: moet en nooit zeker te benoemen is

ps dat stelt wim veraghtert dus ook eigenlijk
Groeten Ismaël Wind

xenion

Citaat van: Han Endt op augustus 23, 2010, 01:09:16 AM
Hij is overigens zeer zeldzaam en niet zeldzaam zoals in de database: http://www.verspreidingsatlas.nl/124030
Alle zeldzaamheden (op Slijmzwammen en Roesten/Branden na) zijn vanochtend rechtgetrokken met de verspreidingsatlas. Voor Ascomyceten en variëteiten kan dit wat vreemde effecten hebben, maar er is geen betere referentie.
Groeten,
Martin

wim veraghtert

Ik moet wel zeggen dat, eens je wat ervaring met de soort hebt, je het vaak kan zien in het veld (maar voor de zekerheid toch nog eens controleert).
Het is dus toch een beetje te doen.

mvg
Wim
admin nachtvlinders waarnemingen.be