Dasineura irregularis een nieuwe poging.

Gestart door zuilim, september 21, 2010, 19:17:54 PM

Vorige topic - Volgende topic

zuilim

De deelblaadjes van deze Esdoorn zijn sterk gekroesd en gevouwen. Een prop in top. Bovendien vind ik dat het blad is verdikt. (Zie de foto)
De kenmerken passen heel aardig bij de omschrijving in "Het Gallenboek".
Niet bij de foto's van Floris Grotenhuis van Dasineura irregularis maar ik moet zeggen dat die nog veel minder bij deze omschrijving passen.

Wat kan dit zijn?

Groeten,
Karel Brussee.

Margreet Kwh

Hoi Karel,

Heb je ook dieren waargenomen toen je die knoedels bekeek?

Margreet.
met vriendelijke groet, Margreet Kouwenhoven

zuilim

Hoi Margreet,
Geen levende ziel. Vandaag een nieuw blad. Ook weer dik en  knappperig maar helaas geen beestjes. Behalve dan een dood verdroogd kleurloos spinnetje, dat is alles.
Dan niet D.irregularis?

Groeten,
Karel.

Margreet Kwh

Karel,

ik weet het gewoon niet. De verdikking wijst wel op een gal,  maar zoals hij getekend staat in het boek van Docters van Leeuwen, 4e  editie, lijkt het me toch anders. Ik bedoel fig. 24.
Die tekening is trouwens identiek aan die in Redfern &  Shirley.
Maar ik kan het mis hebben, ik ben gewoon niet zeker over  deze determinatie.
Helaas.

Margreet.
met vriendelijke groet, Margreet Kouwenhoven

zuilim

Hoi Margreet,
Afbeelding 24 laat een andere nerf zien. Het moet een raadsel blijven.
Bedankt voor bekijken.
Groeten,
Karel.

JW_2all

DvL 4e druk heeft illustraties overgenomen van R&S. Het is dus niet vreemd als je dan niet verder komt.

Je kunt hier op twee manieren naar kijken. Als florist. Vanuit de plant is dit een door daniseura veroorzaakte irregularis-gal. Moedertje dasineura is in ieder geval langs geweest om eitjes af te zetten. Daarover bestaat bij deze foto's geen twijfel.  Had het een andere gal kunnen zijn, dan? Zo ja, welke dan?

Vanuit de insectologie moet je iedere gal open maken om zeker te weten of het bedoelde dier daadwerkelijk larvaal  aanwezig is, of andere indringers: mee-eters of parasieten.
Als je die weg volt: moet de gal open, en het beestje eruit. En dan heb je meteen een nieuw determinatie-probleem: het aantal bronnen daarvoor is nihil.


Groet,
Jan

zuilim

Dag Jan,
Voor deze absolute leek is je reactie nogal raadselachtig.
Ik maak er uit op:
Het is zeker Dasineura met een irregularis-gal maar niet Dasineura irregularis??
En, zelfs geen zekerheid als een niet op naam te brengen insect aanwezig is.

Groeten,
Karel.

JW_2all

Ja, de galnaam is correct.
Bij sommige galsoorten is de kleur van de bewoner(larve) noodzakelijk voor determinatie. Bij deze gal niet.
Ik ben ook maar een leek. Ik kijk vanuit de flora. Echte galdeskundigen kweken alles op, om het beestje erin, of de schimmel erin op naam te brengen.
Toen ik in 2002 een onbekende gal voor Nederland vond,  waarover ik, samen met Jojanneke in 2003 een artikeltje  schreef, kreeg ik de meest rare adviezen.
Floristen raadden mij aan de gal te drogen, en het raam open te zetten, opdat het beestje weg kon vliegen. Want beestjes staan zo rommelig in een herbarium.  Ze raadden me aan de gal in te leveren bij het Rijksherbarium.
Zoologen raadden mij aan dat juist niet te doen. Ik moest de gal inleveren bij Zoologie in Amsterdam. Want bij het Rijksherbarium zouden ze de galbewoner laten ontsnappen, en zij kweekten altijd eerst het beestje uit

Groet,
Jan

zuilim

Dag Jan,
Het komt me voor dat je er echt veel van weet. Ik hou het daarom op Dasineura irregularis.
Ik kreeg als naïeve startende gallenwaarnemer aanvankelijk een beetje de indruk dat gallen een eigen soortnaam hebben. Jij zelf spreekt n.b. over "galsoorten". Het is toch zo dat de gal altijd de naam van de veroorzaker krijgt?

Je verhaal over de verschillen tussen floristen en entomologen van galbehandeling is vermakelijk.

Groeten,
Karel.

JW_2all

#9
Mij komt het voor dat ik een beginner ben, met een hoop mazzel. Wat voor paddenstoelen geldt, geldt ook voor gallen. Je kunt er een aantal goed herkennen, en andere niet eens zien staan.

De Dasineura irregularis stond in Voorne (2009) op een plek waar Floris (Floppy) en ik net toevallig (?) naast elkaar liepen. We hebben het er toen over gehad waarom je die gal al van verre kunt herkennen.
Goed, we liepen niet toevallig naast elkaar, want we hadden een discussie over de ideale plantengallensite.
En we waren niet toevallig in Voorne. Het was het eerste internationale plantengallencongres.

En ja, het klopt: gallen hebben zelf geen naam (meer), de veroorzaker heeft een naam.
Vroeger lag dat een beetje anders. Althans, voor gidsen. Gidsen (NJN, IVN, KNNV, e.d.) gaven namen aan gallen. Wetenschappers niet. Die benoemden de veroorzaker (schimmel, beestje, e.d.). En dat doen ze nog.

Een kleine nuance:

Wat wij kennen als jeugdbond galnamen, zijn internationaal gebruikte galnamen.
In de 17e en 18e eeuw bestond er een levendige handel in gallen voor industriële doeleinden.
Verfstoffen-, inkt-, en farmaceutische industrie dreven op plantengallen als grondstof.
Voor een paar  kilo gallen kon je goudgeld krijgen, mits het de goede waren. Vandaar die Europees breed gebruikte galsoortnamen.

Die handel verdween pas, toen de industrie in staat was die grondstoffen synthetisch te bereiden.
En pas toen werd gallenstudie serieus beoefend, maar dan in verband met plantenziekten en gewasschade in land-, tuin- en bosbouw. En vandaar dat de meeste gallen beschreven zijn in de 18e en 19e eeuw. Hinault, Nalepa, Kieffer, cs,  leefden in de 19e eeuw. Dat was de eeuw waarin de cecidiologie (galkunde) wetenschap werd.

Galnamen, dus:
Als ik het over Ramshoorngal heb, en de Britten het hebben over Ramshorn gall dan bedoelen we gewoon de enig bekende gal van de Andricus aries.
Bij de Aardappelgal ligt dat meteen lastiger, want de Biorhiza pallida heeft in de andere generatie een wortel-gal, in plaats van een aardappel-gal. Het zelfde beestje qua naam, maar een andere generatie, en een andere galvorm en galplek op meestal exact dezelfde eikenboom. 

Dus is het helemaal geen gek idee geweest om de gal zelf ook een naam te geven.
Ik moet er nog aan wennen dat dit niet meer zo is.

Namen geven aan gallen is handig voor gidsen, namen geven aan veroorzakers is handig voor wetenschappers (dus ook voor de waarnemers).
Groet,
Jan

zuilim

Dank voor je mini-college gallengeschiedenis.

Groeten,
Karel.