Ik vond deze in de berm van een vochtig pad. Ze vielen op door hun lila kleur en transparent zijn. Xe zijn maar klein de grootste heeft een hoed diameter van ruim 1 cm. Twee hebben aflopende plaatjes, in een varieren de plaatjes van bochtig aangehecht met toand tot aflopend
`de onderkant.
van opzij
sporen tot 9 um
Al vrij goed gedocumenteerd, maar een beetje essentiƫle info ontbreekt nog.
Nog enkele preparaatjes bij maken:
- hoedhuid: lange, smalle hyfen of eerder korte, opgeblazen, worstvormige elementen?
- cheilocystiden: aanwezig (en welke vorm)?
(- eventueel controleren op aanwezigheid van gespen)
Bij satijnzwammen ook altijd de geur noteren (drie veelvoorkomende geuren bij Entoloma: meel, chloor (= nitreus) of onbeduidend).
Groetjes,
Wim
Gespen waren er niet in de hoedhuid, wel worstvormig elementen (maar asl ik met goed herinner zaten die in de lamellen). Cheilocystiden niet gevonden. Ik heb niets geroken, maar dat zegt niets want ik ruik ook vaak niets als anderen dat wel doen. Bij de basidien denk ik ook niet, maar dat was moeilijk te zien. Ik kwam zelf microscopische en andere plaatjes kijkend op E. incarnatofuscescens, maar die is zeldzaam dus dat zal wel niet
Ik vond ook nog Russula virescens op vrijwel dezelfde plek. Dat zou wel erg veel zeldzaams te gelijk zijn lijkt me. Of het moet natuurlijk een heel bijzondere plek zijn. Dat is het ook wel, want het is de enige plek die ik hier in de buurt ken waat Marchantia en Peltigera massaal groeien.
incarnatofuscescens heeft in verse toestand een mooi lichtblauw steeltje. Ik zou het niet bij de groep van de Leptonia's gaan zoeken.
Ofwel Nolanea ofwel Entoloma pp (en dan beland je bij sordidulum & consoorten).
Groetjes,
Wim